Menu

Zorg is een proces 24/7!

Irene, een alleenstaande moeder met twee jonge kinderen, was aan het eind van de middag in de tuin aan het werk, toen ze plotseling een heftige pijn kreeg in de maagstreek. Daarbij had ze sterke zuuroprispingen, boeren en pijn tussen de schouderbladen. Ze besloot rustig te gaan zitten en toch maar even af te wachten. De pijn werd steeds erger en zelfs thee drinken gaf problemen, net alsof er een obstakel in de slokdarm zat.

Ze heeft rond zeven uur ‘s-avonds de HAP (huisartsenpost) gebeld. De dienstdoende huisarts ging intern overleggen. Irene kreeg het advies om rustig te blijven liggen en niet zelf naar de HAP te komen. Er werd een ambulance met spoed naar haar huis gestuurd om eerst de vitale functies te controleren. Weken deze af dan zou ze met de ambulance naar het ziekenhuis worden gebracht. De ambulance was er binnen tien minuten.
Ze werd aangesloten op een ECG-apparaat, de bloeddruk en de polsslag werden gemeten. De bloeddruk was iets verhoogd en kwam na een aantal minuten weer op het ‘normale’ niveau. Waarschijnlijk kwam die hoge bloeddruk door spanning op dat moment. De verpleegkundige van de ambulance zou overleg plegen met de HAP over het vervolg.
Irene kon over een uur (half negen) terecht. Als ze niet zelf in staat was te rijden, moest ze maar iemand regelen, die haar bracht. Vervolgens vertrok de ambulance.

Irene kon moeilijk de ingang van de HAP vinden. Deze ingang bleek zich te bevinden achter de Spoedpost van het ziekenhuis. Ze was op tijd bij de HAP. Ze bevond zich in een enorme grote, lege wachtkamer, waar alleen een baliemedewerkster aanwezig was. De sfeer was kaal en benauwend.
De huisarts zelf had geen tijd, dus Irene werd om 9 uur opgehaald en onderzocht door een HAIO (huisarts in opleiding). Zij heeft haar onderzocht en ging daarna langdurig in overleg met de huisarts, terwijl Irene langdurig in de spreekkamer alleen achter bleef. De artsen konden niet zeggen wat er aan de hand was, waarschijnlijk maagslijmvliesontsteking of wellicht een galaanval. Er kon geen verder onderzoek worden gedaan, want voor deze klachten wordt geen specialist opgeroepen. Ze moest de volgende dag maar de huisarts bellen voor het vervolgcircuit. Ze raadde in ieder geval aan om Gaviscon (tegen oprispingen en maagzuur) te nemen en paracetamol.
De volgende dag heeft Irene de huisarts gebeld en ze kon een half uur later op bezoek komen. Hij heeft haar onderzocht en heeft haar 4x per dag Pantoprazol (oa.maagzuurremmer) voorgeschreven. Het maagzuur moest eerst tot rust komen, want zo kun je geen verder onderzoek doen. Na veertien dagen moest ze terugkomen voor controle en vervolg onderzoeken.

In deze geschiedenis valt mij een paar dingen op. De spoed die er in eerste instantie op wordt gezet en dat je je vervolgens maar jezelf moet zien te redden. Het gemak dat wordt gezegd: “Hiervoor roepen we geen specialist op”. Vreemd een verpleegkundige wordt geacht volledige dag- en nachtdiensten te draaien en een medisch specialist, die het tienvoudige verdient, wordt aan alle kanten gespaard. Diensten draaien van 8 tot 5?

Over de wijze van functioneren van HAP’s valt ook wel het een en ander op te merken! Waarom moet het tien minuten duren, voordat je iemand aan de lijn krijgt, want je belt niet voor niets! Waarom kon in zo een situatie de huisarts zelf niet even meekijken, als er toch geen patiënten waren.
En dan te bedenken, dat een consult bij de HAP door de week het tienvoudige kost van een consult bij de huisarts en in het weekend het twintigvoudige!

Er dient nog veel te moeten worden aangepast binnen de zorg. Makkelijk bereikbaar, beschikbaar, efficiënter en veel meer oog voor de patient. Hoe dit moet gebeuren? Hierover zullen nog heel veel boeken en artikelen worden geschreven. Ik zet me in ieder geval hiervoor sterk in!

Koos Dirkse