Menu

Bipolairestoornis

Bipolaire stoornis, ook wel bekend als manisch-depressieve stoornis, is een psychische aandoening die wordt gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waaronder episodes van manie (een verhoogde stemming, overdreven energie en activiteit) en episodes van depressie (een diep gevoel van droefheid, lethargie en hopeloosheid). Mensen met bipolaire stoornis kunnen ook periodes van stabiliteit ervaren tussen deze episodes. Het wordt gerekend tot het affectieve spectrum en komt bij 2-4 % van de bevolking voor. De manische periode is het tegenovergestelde ofwel de tegenpool van een depressieve periode, vandaar de term bipolair (tweepolig).

De stemmingswisselingen kunnen af en toe optreden, met periodes van een normale stemming tussendoor, maar ook snel achter elkaar. Snelle en wisselende op elkaar volgende vormen van stemmingen heet “rapid cycling”. Ook gemengde verhalen treden op bij sommigen die met de stoornis te maken krijgen. Deze stoornis openbaart zich vaak voor het eerst tijdens of na de adolescentie.
In het verleden sprak men van een “manisch-depressieve stoornis” (MDS), een term geïntroduceerd door de Duitse psychiater Emil Kraepelin. De term bipolair werd in 1953 voor het eerste gebruikt door Karl Kleist. Deze minder stigmatiserende term benadrukt de tweepoligheid van de ziekte: van tijd tot tijd extreem uitgelaten of juist extreem neerslachtig.

Soorten
In Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, het boek van de American Psychiatric Association, worden drie vormen van bipolaire stoornis onderscheiden:

  • Bipolaire stoornis I: er treedt minimaal één manische of gemengde episode op, maar er kunnen ook hypomane of depressieve perioden optreden. Deze vorm komt het dichtst in de buurt van wat men vroeger “manisch-depressief” noemde.
  • Bipolaire stoornis II: er is minimaal één episode van hypomanie en minimaal één depressieve episode. Er is geen manische of gemengde episode opgetreden.
  • Cyclothyme stoornis: er treedt een reeks hypomane episoden op, onderbroken door episoden van lichtere depressie en uitputting.

Het is een blijvende (levenslang durende), geestelijke aandoening, vaak met terugkerende episoden die ernstig van aard kunnen zijn. Het vereist daarom een actieve behandeling. De stemmingswisselingen kunnen normale relaties bemoeilijken en kunnen ook van invloed zijn op alle overige aspecten van het leven.

Oorzaken
Een bipolaire stoornis wordt veroorzaakt door verschillende factoren die deels met elkaar samenhangen:

  • Biochemische factoren
    Volgens verschillende onderzoeken naar biochemische factoren in relatie tot een bipolaire stoornis hebben noradrenaline, dopamine en serotonine een belangrijke rol bij deze stemmingsstoornis. Hiervan is een tekort bij een depressieve episode en waarschijnlijk een overvloed bij een manie. Mogelijk is een andere oorzaak een tekort aan vetzuren zoals omega 3 in de kinder- of latere leeftijden. Deze vetzuren staan bekend als DHA (docosahexaeenzuur) vetzuren, EPA (eicosapentaeenzuur). Er zijn conclusies en bevindingen uit onderzoeken waarin omega 3-vetzuren (EPA en DHA) worden toegepast op depressieve patiënten en/ of patiënten met psychische aandoeningen zoals ADHD, bipolariteit, schizofrenie en autisme.
  • Biogenetische factoren
    Uit vele onderzoeken blijkt dat de individuele kwetsbaarheid c.q. erfelijkheid een belangrijke factor zou kunnen zijn voor een bipolaire stoornis. De kans op deze stemmingsstoornis is bijvoorbeeld groter wanneer naaste familieleden ook aan de stoornis lijden. De kans dat kinderen van een ouder met de bipolaire stoornis zelf ook lijden aan de bipolaire stoornis is 20%. Als beide ouders de bipolaire stoornis hebben dan is de kans dat kinderen de stoornis ontwikkelen 50%.
  • Cognitieve factoren
    Door verstoorde denkprocessen kan men een negatief zelfbeeld ontwikkelen wat bijdraagt aan een depressie. Door de cognitieve disfunctie kan de betrokkene een pessimistisch denkpatroon krijgen en zich bijvoorbeeld waardeloos voelen. Dit kan een depressie veroorzaken of een terugval en de duur bevorderen.
  • Leertheoretisch
    Door echt en vermeend falen, kunnen mensen er van overtuigd raken dat alles in het leven bij hen mislukt en dat zij geen grip meer hebben op het leven. Dit kan een factor zijn bij de ontwikkeling van een depressie. Er wordt dan gesproken over een ‘aangeleerde hulpeloosheid’.
  • Object- verliestheoretisch
    Dit is een theorie die gaat over een onderbroken hechtingsproces tijdens de eerste 6 maanden van het leven. Na het verlaten of het scheiden met een belangrijk persoon in deze levensfase, gaat het kind zich terugtrekken van anderen.

Verdere mogelijke oorzaken
A.L. Querido (psychiater) schrijft over de verschillen tussen psychische factoren en psychosociale factoren. Dit zijn respectievelijk interne, persoonsgebonden factoren en externe, omgevingsgebonden factoren, die invloed hebben op de binnenwereld.
Zowel positieve als negatieve gebeurtenissen, zoals promotie of echtscheiding, kunnen stress met zich meebrengen. Te veel stress (voor iemand die daar vatbaar voor is) kan bijdragen aan depressie of manie. Daarnaast is de sociale omgeving ook een belangrijke factor. Het is wetenschappelijk aangetoond dat iemand beter functioneert als hij deel uitmaakt van een groep (of netwerk) waarbinnen hij geaccepteerd en/of ondersteund wordt.
Bij psychische factoren gaat het o.a. over levensgebeurtenissen uit het verleden die niet goed verwerkt zijn (trauma). Naast het feit dat de kans op (niet-chronische) depressie vergroot wordt na een traumatische gebeurtenis, spelen problemen bij de verwerking ervan een rol bij het ontwikkelen van (chronische) manie of depressie. Het blokkeren van pijnlijke herinneringen en/of gevoelens kan leiden tot een verstoring in het gevoelsleven, en zo tot bipolariteit.

Psychoanalytische theorie
Een psychoanalytische theorie stelt dat er tijdens de opvoeding van een kind een haat-liefdeverhouding zou kunnen ontstaan tussen het kind en de moeder/verzorger op weg naar onafhankelijkheid. De verzorgende zal het kind opdragen te gehoorzamen, ook wanneer dit ten koste gaat van diens behoeften en verlangens. Het kind wil aan de verwachtingen van de ouder(s) voldoen, maar tegelijkertijd is hij/zij kwaad over hun eisen. De bipolaire stoornis zou dan voortkomen uit de verstoorde ego-ontwikkeling waarbij woede zich naar binnen keert (depressie). Door de ontkenning van deze innerlijke depressie zou zich een spiegelbeeld manifesteren dat leidt tot manisch gedrag.

Vergeetachtigheid
Kan een symptoom zijn dat optreedt bij mensen met bipolaire stoornis, zij het niet een van de meest prominente symptomen. Het kan voortkomen uit verschillende factoren:

  1. Cognitieve symptomen
    Sommige mensen met bipolaire stoornis ervaren cognitieve problemen, zoals moeite met concentreren, problemen met het geheugen en verminderde cognitieve flexibiliteit. Deze symptomen kunnen worden verergerd tijdens episodes van manie of depressie.
  2. Medicatie
    Veel mensen met bipolaire stoornis nemen medicatie om hun symptomen te beheersen. Sommige van deze medicijnen kunnen bijwerkingen hebben die het geheugen en de cognitieve functie beïnvloeden.
  3. Stress
    Stress kan zowel symptomen van bipolaire stoornis verergeren als het geheugen beïnvloeden. Mensen met deze aandoening ervaren vaak stress als gevolg van de symptomen van de stoornis zelf, evenals externe stressoren.
  4. Slaapproblemen
    Slapeloosheid is een veelvoorkomend probleem bij mensen met bipolaire stoornis, vooral tijdens episodes van manie. Gebrek aan slaap kan het geheugen en de cognitieve functie negatief beïnvloeden.
  5. Algemene gezondheidsproblemen
    Mensen met bipolaire stoornis hebben mogelijk ook andere gezondheidsproblemen die van invloed kunnen zijn op het geheugen, zoals diabetes, hartziekten of andere psychische aandoeningen.

Als vergeetachtigheid een ernstig probleem wordt of een significante invloed heeft op iemands dagelijks functioneren, is het belangrijk om dit met een zorgverlener te bespreken. Een professionele beoordeling kan helpen om de oorzaak van de vergeetachtigheid vast te stellen en passende behandelingen voor te stellen. Dit kan variëren van aanpassingen in medicatie tot therapieën gericht op het verbeteren van cognitieve functies

Behandeling
Behandeling richt zich op lange termijn op het voorkomen van manische en depressieve episoden. Hierbij wordt vaak een combinatie van medicatie, voorlichting en soms psychotherapie toegepast.
Als medicatie voor het voorkomen van episoden worden stemmingsstabiliserende middelen gebruikt. Lithiumcarbonaat is het meest gebruikte middel. Daarnaast bestaan ook de middelen valproaat, aripiprazol, carbamazepine, olanzapine en lamotrigine.
Voor de behandeling van manieën worden als medicijnen antipsychotica gebruikt. Voor de behandeling van depressies worden antidepressiva terughoudend gebruikt, want hierbij bestaat het risico dat deze middelen een manie uitlokken. Naast deze middelen worden ook angstdempende en rustgevende middelen gebruikt.
Er bestaat nog geen protocol dat beschrijft hoe stemmingsstabiliserende middelen “indien nodig” gebruikt kunnen worden. De meningen lijken zwart-wit verdeeld te zijn tussen altijd gebruiken of nooit gebruiken. Indien men medicatie gebruikt, dient dit wel regelmatig ingenomen te worden!

Zie ook de volgende artikelen:

Koos Dirkse

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *