Menu

Patiënt niet gediend met dit EPD

Onderstaand stuk publiceerde ik op 13 april 2007 via de website van ‘Binnenlands Bestuur’. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken, dat we in dit kader – tien jaar later– nog verdomd weinig zijn opgeschoten. Deze lijdensweg heb ik ook verwoord in mijn blog begin januari dit jaar. En dit, terwijl de opzet van een EPD (Digitaal Zorgdossier is meer van deze tijd) niet zo ingewikkeld behoeft te zijn.

Door gebrekkige communicatie en de vele papieren dossiers per patiënt ontstaan er (overdrachts)fouten. Het elektronisch patiëntendossier (EPD) zou daar een oplossing voor moeten bieden. Volgens Koos Dirkse kleven er echter teveel nadelen aan de beoogde opzet van het EPD. Iedere zorgverlener blijft zijn eigen dossiers bijhouden en muteren en/of aanvullen is onmogelijk. De patiëntveiligheid is niet gediend met meerdere dossiers en dan nog zonder een adequaat versiebeheer.
De media besteedt veel aandacht aan de ontwikkeling van het elektronisch patiëntendossier (EPD). Door gebrekkige communicatie en de vele papieren dossiers per patiënt ontstaan er (overdrachts)fouten. Het EPD zou daar een oplossing voor moeten bieden door digitale informatie te verstrekken over de ziektegeschiedenis van een patiënt. De richtlijnen voor een EPD worden vastgesteld door NICTIZ, het nationale knooppunt en kenniscentrum voor ICT en innovatie in de zorg. In het regeerakkoord heeft het kabinet Balkenende IV aangekondigd, dat het EPD er ‘spoedig’ komt; verwacht wordt 2009.
Onder EPD wordt verstaan: het digitaliseren van een papieren patiëntendossier, dat andere zorgverleners de mogelijkheid moet bieden om medische gegevens van een bepaalde patiënt te bekijken. Het landelijke EPD wordt opgebouwd uit verschillende deeldossiers, die via een Landelijk Schakel Punt (LSP) met elkaar zijn verbonden.

De zorgverlener krijgt hierdoor meer inzicht in de medische geschiedenis van zijn patiënt. Er kleven echter ook een hoop nadelen aan een dergelijke opzet.
Bij het EPD worden in feite de papieren dossiers van een patiënt gedigitaliseerd, waarbij er alleen een ‘inkijkfunctie’ wordt gecreëerd. Iedere zorgverlener blijft zijn eigen dossiers bijhouden, die dan via het LSP kunnen worden bekeken. Muteren en/of aanvullen is onmogelijk. Daarbij kan men ook nog de vraag stellen: zijn de gegevens wel up-to-date en zijn alle dossiers via het LSP bereikbaar?

Deze opzet houdt een groot risico in, waar het betreft de ontwikkeling van een allesomvattende EPD. De patiëntveiligheid is niet gediend met meerdere dossiers en dan nog zonder een adequaat versiebeheer. In feite komt het er op neer dat de ontwikkeling, zoals door NICTIZ neergezet, een vertaling van de bestaande gang van zaken is, waarbij vooral de huidige papieren dossiers worden gedigitaliseerd. Bovendien werkt de kijk- en zoekfunctie naar andere dossiers van de patiënt vertragend. Het werk zal toenemen en de kosten zullen stijgen!

Het meest frappant is dat de patiënt in de hele discussie over het landelijke EPD eigenlijk niet wordt genoemd. We kunnen wel praten over besparingen, verbeteren van kwaliteit en verbeteren van de patiëntveiligheid, maar zouden we dat niet al lang moeten hebben gedaan? Het is toch niet acceptabel dat we hightech behandeld worden, maar er van alles fout loopt in de communicatie en informatie over onze gezondheidssituatie! En dat is nu juist oplosbaar met de invoering van een geïntegreerd EPD. De zorg(coördinatie) voor de patiënt kan en moet beter. Toch wordt er gepraat en gedraald; wie wordt daar nu beter van?.
Er wordt al gesproken over invoering van een EPD in 2011. Gezien de problematiek, waar de zorg mee worstelt, slechte communicatie en informatie en hoge kosten met alle gevolgen van dien, is dit veel en veel te laat.

Overigens zou men de benaming van EPD (‘electronisch’ een term uit de zeventigerjaren) eens moeten wijzigen. Digitaal Zorg Dossier of Patiëntgebonden dossier zou een veel betere benaming zijn!

Koos Dirkse