Blog / In gesprek met Koos Dirkse
18 december 2015 – Auteur: Mary Sjabbens
Dag Koos, jij vindt dat het zorgstelsel omgebogen moet worden tot een transparant en betaalbaar systeem waarin de patiënt centraal staat. Hoe moet dat bewerkstelligd worden en wat is daarvoor nodig?
Door te luisteren naar “wat de patiënt te zeggen heeft”. De patiëntenvereniging kan de patiënten vertegenwoordigen; luister eens naar huisartsen, dat zijn de patiëntkenners bij uitstek. Zie hen als de regie voerende artsen.
Ook door te werken aan continue verbetering aan het stelsel, samen met de patiënt, zoals ik hiervoor al aangaf. Informeren, betrekken bij producten en kosten; dus daar de keuzes laten. De bomen groeien niet tot in de hemel: wees duidelijk.
Nu worden we enkel geconfronteerd met stijgende verzekeringspenningen en belasting en daarna horen we waar ons zorgverzekeringspakket uit bestaat. Verbondenheid: geen paleizen van gebouwen, weg met al die managementlagen en terugkeer naar de basisvoorziening.
De patiënt moet centraal staan, zeg je. Hoe moet die omslag gemaakt worden?
De patiënt/verzekerde heeft weinig tot geen inbreng bij zijn of haar behandeling. Alle gegevens die verzameld worden bij diverse zorgverleners, zijn eigendom van die zorgverleners.
Je kunt enkel en alleen de zorg veranderen als er sprake is van betrokkenheid. Dat vraagt heel wat communicatie en informatie. Maar zonder communicatie en informatie kan er geen keuze worden gemaakt.
Communiceer, geef informatie; vertel wat de kosten zijn, wat het eigen aandeel (eventueel) is en gun de patiënt dan de keuzevrijheid. Iedere patiënt is een bron van informatie, maar je moet ernaar (kunnen) luisteren.
Dat vraagt om tijd van de zorgverlener. Die moet hij/zij ervoor krijgen. Vaak levert tijd meer op dan de duurste behandeling. Maak gebruik van patiëntverenigingen en huisartsen om je te informeren over de zorgvraag met de informatiebehoefte van de patiënt.
Is het een utopie? Want, hoe krijg je de belangrijkste neuzen in de goede richting?
Nee, het is geen utopie. Je moet de tijd ervoor nemen. De patiënt in de driehoek: Zorgverlener- Zorgverzekeraar- Patiënt. De patiënt wordt nu doodgezwegen. Dat is eigenlijk wel zo gemakkelijk omdat zorgverzekeraars en zorgverleners eenzelfde doel hebben, en dat is winst maken.
Banken willen een fors financieel fundament, dat hoort bij de liberale maatschappij met marktwerking, maar het is een spanningsveld voor de zorg. De patiënt is het middel, waarmee je geld maakt. De rekening komt voort uit wat de zorgverlener “met de patiënt doet”.
Het zal dus heel wat energie vragen om de patiënt aan de bovenkant van de driehoek te krijgen om hem te betrekken bij de zorg en die mede afhankelijk te maken van zijn keuzes. Keuzes die de patiënt doet op basis van de communicatie met, en informatie van, de zorgverlener. De patiënt is eigenaar van de zorgactie.
Begin dit jaar (2015) heb ik met een aantal betrokken mensen binnen de zorg de stichting Healthy Community Foundation opgericht. Deze stichting ziet dit min of meer als opdracht. Daarnaast is er een club binnen, onder meer op LinkedIN, het ‘zorgdenkers netwerk’ die ook hiermee aan de gang gaan.
Hoe komt het dat er zoveel macht ligt bij de zorgverzekeraars?
Dat is een inkopper. Dat komt door de liberale maatschappij; het draait om marktwerking en winst. Zij zitten aan de knoppen: de verzekerde betaalt hen de premie en de overheid stort belastingaandeel door. En als de winst dreigt af te nemen is een draai aan de premieknop voldoende om er weer een jaar tegenaan te gaan.
Heeft u ooit de verzekerden in opstand zien komen tegen stijgende premielast en belasting? Zo lang dat niet gebeurt, zullen de verzekeraars bij de ziekenhuizen en zorgverleners niet echt het vuur aan de schenen leggen.
Met wederom een premieverhoging in het vooruitzicht lopen de kosten voor de verzekerden enorm op. Veel mensen kunnen nu al hun rekeningen niet betalen. Hoe moet dit in de toekomst?
De OECD heeft dit reeds eerder gesignaleerd. Als er niets verandert zullen de zorgkosten door stijgen tot 40% van het gezinsbudget (modaal gezin). Dan betaalt iemand die in de bijstand zit binnen vijf jaar de helft van het inkomen aan zorg.
De burger betaalt niet alleen zorgpremie, maar betaalt ook een deel via de belastingen. Per jaar draagt een burger gemiddeld 5500 euro bij aan de zorg.
De OECD heeft de Nederlandse overheid geadviseerd echt werk te maken van het marktmodel. Zoals uit de antwoorden blijkt, zoek ik de oplossing bij de betrokkenheid van de patiënt bij zijn zorg. Besluiten moeten genomen worden op basis van communicatie en informatie binnen een raamwerk van mogelijke kosten.
Hoe kom jij aan deze kennis en wijsheid?
Opleiding, heel veel ervaring, een ijzersterk geheugen, zeer logisch kunnen nadenken en redeneren, en een groot netwerk. Een portie lef (niet met anderen meepraten) en de waarheid vertellen. Niet bang zijn voor je eigen positie (kun je ook doen als je met pensioen bent).
In 1981 ben ik, met onder meer een informatica opleiding, in dienst getreden van het toenmalige Academisch Ziekenhuis Leiden (thans LUMC). Ik zag dat de artsen door 5 verschillende afdelingen werden ‘lastiggevallen’ om informatie. Ik ben begonnen om dit te automatiseren en alle systemen aan elkaar te koppelen. Zo is het gehele ziekenhuis geïnventariseerd qua verrichtingen. Aan die verrichtingen werden de (inter)nationale codestelsels en alle tarieven gekoppeld.
De info werd vervolgens éénmalig vastgelegd op de werkplek door de behandelaar en die informatie werd door de vijf betrokken afdelingen gebruikt. De declaraties werden automatisch gegenereerd. Om meer over het medisch handelen te weten te komen, en met de specialisten te kunnen overleggen, had ik, naast mijn werk, geneeskunde gestudeerd aan de Universiteit Leiden.
Het zorgstelsel was in die tijd veel ingewikkelder dan nu, Zo had je te maken met drie soorten zorgverzekeringen: ziekenfonds, particulier en privé patiënten. Drie maal per jaar was er voor de tarieven een mutatieronde, waardoor er per keer 120.000 tarieven moesten worden aangepast.
Toch lukte dit met mijn bureau, bestaande uit 5 mensen. In 1990 gebruikten 44 ziekenhuizen dit systeem voor de medische registratie, de facturering, de visitatiecommissies, de landelijke medische registratie et cetera. Het spaarde 6 mensen per ziekenhuis uit. De ziekenhuizen konden voor circa 6 miljard gulden aan declaraties verantwoorden op basis van onze gegevens.
In 1991 is het bureau omgevormd tot de Stichting CBV (Centraal Beheer Verrichtingen), waarbij ik als directeur werd aangesteld. De laatste jaren heb ik veel ervaring opgedaan met het Digitale Zorgdossier, heb het ‘real time declareren’ ontwikkeld en werk ik aan zorg ‘nieuwe stijl’.
Als ik de juiste mensen om mij heen zou verzamelen en ik kreeg de vrijheid en de macht, dan zou ik een nieuw declaratiesysteem kunnen opzetten, gerelateerd aan onder meer de systemen in het buitenland.
Daardoor zou ik de zorgkosten met 20 procent (lees 20 miljard) kunnen reduceren, wordt de zorg volledig transparant en leesbaar voor de patiënt (die aan de declaratie zijn goedkeuring kan verlenen voordat deze naar de zorgverzekeraar gaat) en zal er geen eigen risico zijn!
Alle informatie over ‘hoe het wel en niet moet’, heb ik nog paraat. Daarom erger ik mij mateloos aan het huidige gepruts, dat miljarden kost en niets oplevert, in tegendeel! Dit draag ik ook uit in mijn blogs op www.medisoft.nl.
Tot slot mijn visie over het steeds weer aanpassen van het huidige declaratiesysteem:
“Je kunt de bladeren van een boom blijven poetsen,
maar als de wortels verrot zijn, zullen ze nooit gaan glanzen.”
Dank Koos Dirkse voor dit gesprek.