Menu

Onderzoek naar slapeloosheid

Enige tijd geleden is er een artikel gepubliceerd over bepaalde zenuwcellen in de hersenen, die betrokken zouden zijn bij slapeloosheid. Met deze bevindingen zouden artsen een beter behandelplan kunnen opstellen bij slapeloosheid en depressiegerelateerde slaapstoornissen. De meesten van ons zullen dit gevecht tegen slaapproblemen wel herkennen: slaperig voelen als je wakker moet blijven, of wakker blijven terwijl je wilt slapen.

Volgens the Centers for Disease Control and Prevention (CDC) in de Verenigde Staten, lijden ongeveer 50 tot 70 miljoen volwassenen in de VS aan slaap- en slapeloosheidsstoornissen. Dat is veel, ik denk dat de aantallen in Nederland ook niet moeten worden onderschat.
Hoewel er steeds meer vooruitgang wordt geboekt op het gebied van slapen, is het gebied in de hersenen, dat verantwoordelijk is voor slapeloosheid, nog niet geheel in kaart gebracht. Momenteel onderzoeken wetenschappers het gebied in de hersenen om wakker te blijven in bepaalde noodsituaties. Bijvoorbeeld, bij een drukke deadline of een baby, die midden in de nacht huilt. Dit zijn gebeurtenissen, die ons in staat stellen om de behoefte om te slapen, te negeren. Verder willen ze onderzoeken hoe een vermoeide gezichtsuitdrukking kan worden voorkomen.

De ‘dorsale raphekernen’ en slapeloosheid
De nuclei raphe, of raphekernen, zijn een cluster van zenuwcelkernen in de hersenstam, op de kruising van beide hersenhelften. De belangrijkste functie hiervan is om serotonine, een neurotransmitter, aan te maken en door te geven aan de rest van de hersenen. De meestgebruikte antidepressiva hebben hun werking in deze kernen en de zenuwcellen waar ze naar projecteren.
Binnen dit gebied werden de dopamine neuronen verder bestudeerd. De onderzoekers kozen voor dit specifieke gebied, omdat eerdere studies een verband hebben gelegd tussen activiteit in de dorsale raphekern en de slaapcycli. Deze relatie is al heel lang bekend, maar recent is een meer specifieke rol in de theorie over waakzaamheid aangetoond.
Gebleken is dat mensen, die in dit deel hersenletsel hebben opgelopen overdag, veel slaap nodig hebben, maar men begreep de exacte rol niet goed van deze neuronen in de slaap-wakker cyclus. Er werden muizen gebruikt voor een aantal experimenten om de rol van dopamine in de neuronen te bestuderen.

Dorsal Raphe Nucleus Dopaminergic (DRNDA)
Als eerste hebben ze de DRNDA-activiteit gemeten, door dieren aan bepaalde prikkels bloot te stellen, zoals het geven van voedsel of door ze plotseling bloot te stellen aan een onaangename prikkel. Tijdens deze prikkels waren de neuronen actief.
Vervolgens hebben ze tijdens de slaap-waak ritme de DRNDA-prikkels gemeten. Volgens de onderzoekers werden de “neuronen het minst actief als het dier slaapt en de activiteit toeneemt als het dier wakker wordt.” De volgende stap was om te ontdekken of dit zuiver een correlatie was, of de activiteit zelf de veranderingen in slaap of ontwaken veroorzaakte.
In de laatste onderzoeksfase gebruikten de onderzoekers optogenetica. Dat is een techniek die wetenschappers in staat stellen om specifieke neuronen aan en uit te zetten met behulp van lichtpulsen. Toen de omderzoekers de DRNDA neuronen stimuleerde op een moment dat het dier normaal gesproken zou slapen, werd de muis wakker en bleef wakker.
Omgekeerd, als de onderzoekers chemisch de DRNDA-neuronen verstoorde, was het dier meer geneigd om te slapen, ook al werden ze gemotiveerd door middel van speciale prikkels, die ze normaal wakker zouden houden.
“Deze experimenten hebben aangetoond dat bij muizen DRNDA-cellen nodig zijn voor volledige alertheid voor belangrijke prikkels.”

De volgende stap van de onderzoekers was om te kijken of hetzelfde type activiteit in de DRNDA neuronen bij mensen voorkomt. Hoewel ze niet in detail zijn bestudeerd, leggen de onderzoekers uit dat er een soortgelijke verbinding lijkt te zijn. Ze meldden: “Hun degeneratie is gecorreleerd met buitensporige dagactiviteiten bij patiënten met neurodegeneratieve stoornissen, zoals multiple systems atrofie en Lewy body dementia.”

Slaaploosheid en andere slaapstoornissen komen zeer veel voor. Dus iedere ontwikkeling is een stap voorwaarts om slapeloosheid te veranderen. Er is nog een lange weg te gaan, maar deze bevindingen kunnen bijdragen tot toekomstgericht onderzoek naar slaapstoornissen.

Koos Dirkse

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *