Tien jaar geleden bevonden zich in Nederland nog talloze verzorgingshuizen voor ouderen die niet zelfstandig thuis konden of wilden wonen. Deze instellingen boden hen een veilige, zorgzame omgeving met de nodige medische en sociale ondersteuning. Maar de afgelopen jaren heeft de overheid, onder het kabinet-Rutte II, een drastische beslissing genomen die het welzijn van veel ouderen beïnvloedde: de zorgkosten werden als onhoudbaar beschouwd en daardoor werd besloten de verzorgingshuizen te sluiten. Dit besluit heeft een grote impact gehad op de zorgsector en op het leven van duizenden ouderen. Vandaag de dag is het duidelijk dat de keuzes van destijds een grote fout was en niet zonder gevolgen zijn gebleven.
De Oorzaken van de Sluiting: Kostenbesparing en Beleidsverandering
De sluiting van verzorgingshuizen was een gevolg van de wens van de regering om de verzorgingsstaat af te bouwen. Het was de overtuiging van het kabinet-Rutte II dat de kosten van de zorg, die door de vergrijzing steeds meer onder druk kwamen te staan, niet langer vol te houden waren. Het systeem van de verzorgingshuizen werd gezien als te duur en werd dus fors ingekrompen. De regering stelde een koers om meer te leunen op de participatiemaatschappij, waarbij mensen zelf verantwoordelijkheid moesten nemen voor hun zorgbehoefte en niet te snel zouden aankloppen bij de overheid.
Deze beleidsverandering leidde tot het sluiten van ruim 900 verzorgingshuizen verspreid over het land. Het doel was om kosten te besparen en tegelijkertijd te stimuleren dat ouderen langer thuis zouden blijven wonen. Maar deze hervorming leidde tot veel onrust, omdat het systeem van verzorgingshuizen, die voor ouderen een essentiële rol vervulden, in korte tijd werd afgebroken.
De Gevolgen: Ouderen Vallen Tussen Wal en Schip
Een van de grootste problemen die zich na de sluiting van de verzorgingshuizen voordeden, is dat veel ouderen tussen wal en schip vielen. Thuis wonen ging vaak lange tijd goed, maar naarmate de gezondheid verslechterde, konden veel ouderen niet meer zelfstandig wonen. In plaats van de mogelijkheid te hebben om in een verzorgingshuis te verblijven, werd hun enige optie het verpleeghuis, een instelling waar alleen ouderen terechtkonden die 24 uur per dag intensieve zorg nodig hadden. Er was echter geen middenweg: een tussenoplossing, waar ouderen nog wel enige zelfstandigheid konden behouden, bestond niet meer.
Dit gebrek aan een dergelijke tussenoplossing heeft geleid tot een enorme zorgkloof. Veel ouderen kwamen in de knel: ze moesten langer thuis blijven wonen dan goed voor ze was en wanneer de situatie escaleerde, was de enige uitweg vaak een dure ziekenhuisopname. De sociale isolatie nam toe en het welzijn van ouderen verslechterde. Wat deze situatie verder bemoeilijkte, was dat het vaak niet goed zichtbaar was wat voor zorgbehoeften ouderen hadden, totdat het te laat was.
De Noodzaak van Verzorgingshuizen in Nieuwe Vorm
De conclusie is helder:
“De verzorgingshuizen moeten terugkomen, maar in een vernieuwde vorm, die beter aansluit bij de huidige behoeften en mogelijkheden: woon-zorgcentra. Het gaat hierbij niet alleen om de zorgbehoefte, maar ook om het sociale aspect dat van vitaal belang is voor het welzijn van ouderen. Woon-zorgcentra bieden niet alleen zorg, maar ook gemeenschappelijkheid. In plaats van de ziekenhuizen vol te laten lopen met ouderen die wachten op een verpleeghuisplaats, moeten we terug naar een model waarbij ouderen in een gemeenschappelijke woonomgeving kunnen wonen, met zorg die dichtbij is en toegankelijk wanneer dat nodig is.”
Een belangrijke overweging in de nieuwe vorm van woon-zorgcentra is dat ouderen niet gescheiden hoeven te worden, zelfs als de ene partner meer zorg nodig heeft dan de ander. Het is van groot belang dat we systemen ontwikkelen die het mogelijk maken dat partners samen kunnen blijven wonen, ook wanneer één van hen intensievere zorgbehoeften heeft. Dit zou kunnen door te zorgen voor zorg op maat, waarbij ouderen de zorg krijgen die ze nodig hebben, zonder dat ze hun dierbaren hoeven te verlaten. Dit kan bijvoorbeeld door een zorgteam dat flexibele ondersteuning biedt binnen een gezamenlijke woonruimte, zodat de ouderen samen kunnen blijven wonen, terwijl de zorgbehoeften van de zorgintensieve partner adequaat worden opgepakt.
Zo’n model zou kunnen bestaan uit woonhofjes of aanleunwoningen, waar ouderen met verschillende zorgbehoeften samenwonen, maar wel de mogelijkheid hebben om hun leven zoveel mogelijk gezamenlijk voort te zetten. Een gemeenschappelijke ruimte, een restaurant en zorgfaciliteiten die gemakkelijk toegankelijk zijn, zouden het sociale aspect en de zelfstandigheid bevorderen, terwijl tegelijkertijd de zorg dichtbij blijft.
Een Win-Win Situatie: Het Vrijkomen van Woningen
Een niet onbelangrijk aspect van het herstellen van verzorgingshuizen is dat de woningen die ouderen achterlaten bij verhuizing naar een woon-zorgcentrum weer beschikbaar komen voor andere doelgroepen. Dit biedt een win-winsituatie voor zowel de ouderen als de samenleving. Ouderen die verhuizen naar een verzorgingshuis of woon-zorgcentrum, maken hun woningen leeg, wat de doorstroming op de woningmarkt bevordert. In een tijd van woningnood kan dit bijdragen aan het verlichten van de druk op de woningmarkt. Daarnaast kunnen de vrijkomende woningen vaak worden gebruikt door jongere gezinnen of mensen die ook op zoek zijn naar een passende woonruimte.
Het herstellen van verzorgingshuizen kan dus niet alleen helpen de zorg voor ouderen te verbeteren, maar ook bijdragen aan het oplossen van bredere maatschappelijke vraagstukken, zoals de woningnood. Dit aspect maakt het herstellen van verzorgingshuizen nog aantrekkelijker, omdat het niet alleen de zorgkosten op termijn kan verlagen, maar ook zorgt voor een betere benutting van de bestaande woningvoorraad.
De Financiële Aspecten: Kostenbesparing of Verlies?
Op financieel vlak is het duidelijk dat het besluit om verzorgingshuizen te sluiten niet de beoogde kostenbesparingen heeft opgeleverd. Uit onderzoek van Trouw in 2018 blijkt dat het sluiten van verzorgingshuizen jaarlijks weliswaar 70 miljoen euro bespaart, maar dat deze besparing ruimschoots wordt tenietgedaan door de extra kosten die de zorg voor ouderen met zich meebrengt. Het extra zorggebruik, doordat ouderen te lang thuis blijven wonen, kan oplopen tot wel 300 tot 700 miljoen euro per jaar – een kostenpost die veel hoger is dan de besparing die werd gerealiseerd door de sluiting van de verzorgingshuizen.
Het probleem ligt in het feit dat ouderen die te lang thuis blijven wonen, vaak onzichtbare zorgbehoeften ontwikkelen die pas te laat worden opgemerkt. Dit leidt tot escalatie van gezondheidsproblemen en uiteindelijk tot duurdere ziekenhuisopnames. De keuze om verzorgingshuizen te sluiten blijkt dus op lange termijn juist een kostbare fout.
Investeren in de Toekomst: woon-zorgcentra Zijn een Noodzaak
Het is duidelijk dat er opnieuw geïnvesteerd moet worden in de zorginfrastructuur voor ouderen. Het terugbrengen van verzorgingshuizen, in een vernieuwde en goedkopere vorm, is niet alleen belangrijk voor het welzijn van ouderen, maar kan op termijn ook kostenbesparend zijn. Door ouderen in een geschikte woonomgeving met zorg te huisvesten, kunnen dure ziekenhuisopnames en langdurige verpleeghuisopnames worden voorkomen.
Op het moment is er echter geen politieke meerderheid in de Tweede Kamer om de verzorgingshuizen op grotere schaal te herstellen. De coalitie houdt vast aan de koers die is ingezet om de zorg te decentraliseren en de verantwoordelijkheid bij individuen te leggen. Deze koers leidt echter tot onhoudbare situaties, waarbij ouderen lijden en de zorgkosten blijven oplopen. Het is tijd voor een heroverweging van dit beleid.
Conclusie: Herstel van Zorg en Gemeenschappelijkheid
De sluiting van verzorgingshuizen heeft ernstige gevolgen gehad voor zowel de ouderen zelf als de zorgsector. Het ontbreken van een geschikte tussenoplossing heeft geleid tot hogere kosten, meer ziekenhuisopnames en verergering van de sociale isolatie. Dit beleid is een voorbeeld van hoe grove fouten door de regering worden gemaakt, zonder dat er iemand werkelijk ter verantwoording wordt geroepen. Het is essentieel dat we terugkeren naar een model waarbij zorg en wonen dichter bij elkaar liggen, zodat ouderen niet in een gat vallen tussen thuis wonen en verpleeghuiszorg. Ook zouden beide onder één ministerie moeten, bv een ministerie van Gezondheid, Welzijn en Wonen, maar daar heb ik al genoeg over geschreven!
Investeren in kleinschalige, gemeenschappelijke woonvoorzieningen voor ouderen is een noodzakelijke stap om de zorg voor de vergrijzende bevolking op lange termijn betaalbaar en humaan te houden. Cruciaal in deze nieuwe vorm is dat ouderen, zelfs wanneer de zorgbehoeften verschillen, samen kunnen blijven wonen en hun leven kunnen voortzetten in een veilige en ondersteunende omgeving. Bovendien biedt het terugbrengen van verzorgingshuizen ook voordelen voor de woningmarkt, aangezien de vrijkomende woningen voor andere doelgroepen beschikbaar komen. Dit alles maakt duidelijk dat er geen tijd te verliezen is: de keuzes van destijds moeten worden herzien, en het welzijn van onze ouderen moet opnieuw centraal komen te staan.