Gedurende 35 jaar ben ik werkzaam geweest binnen het zorgstelsel, niet als consultant of (interim)manager, maar in loondienst. Met een informatica opleiding trad ik in 1981 in dienst van het toengeheten Academisch Ziekenhuis Leiden (thans LUMC).
De ‘papierwinkel’ was enorm! Vertegenwoordigers van 6 verschillende afdelingen kwamen de zorgverleners lastigvallen om informatie. Ik vond dat dit anders moest en heb het initiatief genomen om een systeem te bouwen, waarin alle informatie aan elkaar werd gekoppeld met eenmalige vastlegging aan de bron, al dan niet digitaal.
Een deel werd digitaal aangeleverd (radiologie, isotopen, laboratoria). De (poli)klinische gegevens werden door de zorgverlener op eenvoudige wijze op de werkplek ingevoerd. De zes afdelen ontvingen hierdoor hun informatie. De Landelijke Medische Registratie werd voorzien van de benodigde gegevens en de declaraties aan de zorgverzekeraars cq patiënten rolden er automatisch uit. Kortom Snel, efficiënt, duidelijk en uit de eerste hand.
Om professioneel met het medisch personeel van gedachten te kunnen wisselen, heb ik, naast mijn werk, aan de Universiteit Leiden geneeskunde gestudeerd.
Nadat de inventarisaties binnen het AZL waren afgerond meldden 43 ziekenhuizen zich aan om ook van dit systeem gebruik te maken. Er werd besloten om het beheer van dit medisch-administratief en declaratiesysteem onder te brengen in een stichting, genaamd Stichting CBV (Centraal Beheer Verrichtingenbestand) gevestigd in Leiden.
Ik werd aangesteld als directeur en leidde een bureau met vier vaste medewerksters en een vijftigtal beheerders binnen de ziekenhuizen. Wij voedden de ziekenhuizen met alle basisinformatie. Het verrichtingenbestand bestond uit circa 38.000 codes, waaraan ook (inter)nationale codestelsels en tarieven waren gekoppeld.
In die tijd waren er in ons land jaarlijks nog drie mutatierondes voor de tarieven, afkomstig van het COTG (thans NZa). Alle codes werden binnen ons bureau in Leiden van de nieuwe tarieven voorzien en de ziekenhuizen hadden deze, voordat zij van kracht werden, al op hun systemen staan, zodat de declaraties niet stagneerden.
Tevens waren er in die tijd nog drie verschillende zorgverzekeringen met hun eigen tarieven: ziekenfonds, particulier en privé tarieven. Wij konden dit binnen ons bureau aan voor de bij ons aangesloten 44 ziekenhuizen. Op basis van onze gegevens kon er jaarlijks voor circa 6 miljard gulden aan declaraties tot op de cent worden verantwoord. Dit gebeurde allemaal door vijf medewerkers, die voor een ‘normaal’ salaris werkten! Bovendien stonden computers nog in de prille kinderschoenen.
Als ik nu zie hoe het zorgstelsel is verkwanseld! Van DBC (Diagnose Behandel Combinatie) naar DOT (DBC’s opweg naar Transparantie – Hoe verzin je het!!). Met honderden managers, consultancy, externe bedrijven, overkoepelende organen, etc. etc., worden contracten aangegaan tegen huizenhoge tarieven. En wat is het resultaat ervan?!
Als er voor de patiënt een ‘leesbare’ factuur moet worden uitgeprint, dan zijn er drie mogelijkheden: een kleine, een middelgrote of een grote ingreep! De DBC systematiek is een zeer ondoordacht systeem, waarin de tarieven niet zijn berekend, maar bepaald!
Zeer veel landen om ons heen gebruiken een ander declaratiesysteem: Diagnosis-Related Groups (DRG’s). Tussen die landen is gegevensuitwisseling en tariefsvergelijking goed mogelijk.
Nederland moest weer voor iets anders kiezen en alles opnieuw gaan opzetten met DBC’s. Dit heeft vele honderden miljoenen, zo niet miljarden euro’s gekost.
Tot slot de huidige zorgverzekeraars: zij leiden een ruim bestaan: volledige volmacht van de overheid en gedekt door de premiebetaler. Er wordt alleen gekeken naar de kosten, maar niet naar de uitgaven! Klopt het wel wat er is gedeclareerd, klopt het tarief dat hieraan is gekoppeld?
Ik ben ervan overtuigd, dat bij een efficiënt gebruik, de zorgkosten met 15 tot 20 procent kunnen dalen, waardoor de patiënt een reële premie gaat betalen en het eigen risico / de eigen bijdrage geminimaliseerd, beter nog afgeschaft kan worden.
Een systeem, zoals ik in het verleden heb opgezet zou tot deze resultaten kunnen leiden. De zorg zal hier niet onder lijden. Sterker nog, door een betere aanpak zal deze beter worden, niet alleen voor de patiënt, maar ook voor de zorgverlener.
Met enkele ervaren en zeer betrokken personen ben ik een organisatie (Healthy Community Foundation) aan het opzetten, zonder winstoogmerk, die alles in het werk stelt om de zorg weer ‘menselijk’ te maken tegen reële kosten en volledig toegankelijk. Ook voor de laagste inkomens.
Wij willen het gevecht met de politiek graag aangaan namens de burger!
Wordt vervolgd….