Menu

Vrije artsenkeuze en de zorgkosten

De jaarlijkse bezuinigingsronde! Het is weer tijd voor een rondje armworstelen over de zorgkosten. Dit jaar is het besluit over de vrije artsenkeuze de prijs voor de winnaar. De zorgverzekeraars willen de zeggenschap over de artsenkeuze van de patiënt. Hun argument is het beheersen van de zorgkosten.

Een beetje vreemd argument, als je je bedenkt dat in 2006 de huidige Zorgverzekeringswet is ingegaan. In de periode 2006-2014 is artikel 13 niet gewijzigd. Het argument om de vrije artsenkeuze eind 2014 van stal te halen zou je mismanagement van de bovenste plank kunnen noemen, maar we laten dat maar even buiten beschouwing.

Marktwerking een succes?
Een van de belangrijkste argumenten voor invoering van de zorgverzekeringswet in 2006 was marktwerking. Het zou het instrument bij uitstek zijn om de zorgvraag, het zorgaanbod en de zorgkosten te kunnen sturen.
De regie, of noem het ‘het stuurmanschap’, werd toegewezen aan de zorgverzekeraars. De logische vraag is: waar stonden we eind 2014? Dat antwoord vinden we bij de OECD: Per hoofd van de bevolking betaal je in Nederland, na de VS, het meest aan de zorg.
Een veel gebruikt argument om die hoogte van de kosten te verantwoorden is de superieure kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg. Volgens een Zweeds onderzoek nummer 1 van Europa. Een non-argument, omdat de vergelijking van kwaliteit vraagt om uniforme definities en indicatoren. Helaas ontbreken die en blijft de conclusie als een paal boven water: marktwerking in de zorg is in Nederland geen succes.

Vrije artsenkeuze?
De zorgverzekeraars hebben de afgelopen jaren niet stil gezeten en zijn driftig aan het fuseren gegaan. Het resultaat is dat er vier machtige zorgverzekeraars overgebleven zijn, die de zorgmarkt beheersen en hun wil opleggen.
Door het intern gericht werken, groei door fusie, was er weinig tot geen aandacht voor de zorgontwikkeling en de kosten ervan. Dat was ook niet echt een probleem, omdat een jaarlijkse premieverhoging de winst zeker stelde.
Nu achten de zorgverzekeraars het tijd voor andere instrumenten om hun winst te vergroten. Het politiek tij hebben ze mee: een links-rechtse coalitie die zich enkel en alleen om de financiën bekommert en de inhoud van de zorg worst zal zijn! Het instrument bij uitstek om de opbrengst te sturen zijn de polisvoorwaarden. En dan wil je af van artikel 13 uit de Zorgverzekeringswet.
Het overtuigen van de minister van VWS is een piece of cake, omdat de extra uitgaven voor de zorg niet bij de overheid, maar bij de patiënt terecht komen. En om het voor de verzekerde niet al te schokkend te maken, kom je met een variant op de bestaande polissen op de proppen: de ‘selectieve natura polis (budgetpolis)’.

Drie polisvormen
De Nederlander heeft de keuze uit drie polisvormen: de restitutiepolis (de duurste polis met de meest vrije keuze), de naturapolis (goedkoper met een deels opgelegde keuze) en de budgetpolis (het goedkoopst en met een opgelegde keuze). In theorie klinkt het mooi en kan je de zorgverzekeraar op geen enkele wijze verwijten dat ze je een keuze opleggen. De keuze voor de polis bepaalt immers of je zelf je behandelaar kan kiezen.
In de praktijk stevenen we af op een situatie die we nog van voor 2006 kennen. 25% Procent van de verzekerden betaalt voor een vrije keuze en 75% doet dat niet. De cijfers zijn gelijk, alleen komen we uit bij een wijze van zorgorganisatie, waar we nooit ofte nimmer vrijwillig voor zouden kiezen: die van de NHS in de UK. Kortom een scheiding tussen de vrije keuze van zorg voor wie het zich kan permitteren en de standaardzorg voor de massa.
In die financiële benadering van de zorg is er niet langer plaats voor kwaliteit, omdat de zorgverzekeraar enkel en alleen nog maar uitgaat van de macht van het getal: veel behandelde patiënten is altijd goed.

De zorgverzekering en Europa?
Is dat marktwerking? Nee, het heeft er absoluut niets meer mee te maken. Het is een giftig mengsel van socialistische geregel en liberale semi-vrijheid. In het huidig politiek landschap dat Nederland van de financiële ondergang moet redden, kan en mag je ook niet meer verwachten. Het is financieel ingegeven met een resultaat voor de korte termijn waarin de wijze en de kwaliteit van zorg ondergeschikt is.
Er zit nog een addertje onder het Europese gras. Zolang de overheid en de zorgverzekeraars het marktwerking blijven noemen, beschouwt de EU de Nederlandse zorgverzekering als commercieel stelsel. Voor Europa zou dat betekenen dat de Nederlandse zorgverzekeraar de internationale artsenkeuze niet aan banden kan leggen, zolang de kosten niet hoger zijn dan in het land waar de verzekering is afgesloten.
Het zou betekenen dat na afschaffen van artikel 13 een groot deel van de Nederlandse bevolking nog steeds de behandelaar vrij zou kunnen kiezen, alleen dan over de grens. Mits de verzekering natuurlijk de behandelaarstype in de polis heeft opgenomen
Een kluif voor Europese zorgadvocaten. En mochten we vrij over de grens zorg mogen shoppen, is er dan geen sprake van discriminatie van een deel van de Nederlandse bevolking, die verder van de grens woont?

Koos Dirkse