De overblijfselen van functiegerichte budgettering (de voorloper van de DBC’s – voor 2006) zijn pas per 1 januari 2012 vervangen door de huidige DBC/DOT-systematiek. Daar zit ook de adder onder het gras van het systeem: geleverde prestatie. Dat is absoluut niet hetzelfde als resultaat.
Om dit wat te verdoezelen zijn er door diverse instanties talloze prestatie- en kwaliteitsindicatoren ingevoerd, waarmee de schijn van kwaliteitsmonitoring wordt opgehouden. De registratie en berekening van de indicator gebeurt namelijk voor bijna alle indicatoren door de ziekenhuizen zelf. Ja, precies! De slager die zijn eigen vlees keurt.
En, om de vergelijkbaarheid, als er al sprake van is, nog wat gecompliceerder te maken, staat het de ziekenhuizen vrij om het code- en registratiesysteem, kortweg het datamodel, zelf te ontwerpen.
Een continue lopende kwaliteitsindicator met interne berekening heeft dus geen enkele zin, ook al omdat de ziekenhuizen en de dokters na een jaar registratie heel goed weten wat de uitkomst moet zijn. Dus: alle ziekenhuizen scoren een meer dan voldoende!
Op dit ogenblik is de meest bekende indicator die extern berekend wordt: de (H)SMR. Dat is het gestandaardiseerd sterftecijfer voor het ziekenhuis als geheel en voor een aantal diagnosegroepen. Extern berekend wil zeggen dat het definitieve sterftecijfer berekend wordt door het CBS. Die gebruiken daarvoor de door de ziekenhuizen vastgelegde gegevens in de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg (LBZ). De LBZ is een product van Dutch Hospital Data (DHD) en het heeft een datamodel en een code-classificatiestelsel, waarmee de ziekenhuizen de data uniform vastleggen.
Het voorlopige cijfer, het cijfer dat gedurende het registratiejaar wordt berekend en gepubliceerd, kan echter door ieder bedrijf worden berekend. En de basis daarvoor hoeft dan niet de LBZ te zijn. Excel-lijstjes of een SQL-database, alles kan.
Onder de streep gezien is de huidige registratie en berekening van de kwaliteitsindicatoren een zoveelste geldverbrandingsoven in de ziekenhuiszorg waar vele consultants en (ICT)bedrijfjes zich aan warmen. De oorzaak: het ontbreken van een regie. Hoe zou dat ook kunnen als je naar het landschap van (semi)overheid bedrijfjes kijkt, dat zich ermee bemoeit en moet scoren voor de broodnodige subsidie en hun voortbestaan. Zo maar, voor de vuist weg, zijn er Dutch Hospital Data, NICTIZ, NZa met DBC-onderhoud, VWS zelf niet te vergeten, Q-consult als commerciële helper. We vergeten er nog veel.
Ronduit stotend en ongeloofwaardig is de houding van de zorgverzekeraars, die volledig op de hoogte zijn van het spel dat er met indicatoren wordt gespeeld. Toch hanteren ze het als maatstaf voor de contractering met de ziekenhuizen. Brood en spelen voor de veelal onwetende patiënt, ofwel hoe strooi ik zand in de ogen van de patiënt, die er ook nog eens veel voor betaalt!