De Hippocratische Eed (Ορκος) is misschien wel het meest bekend van Griekse medische teksten. Het vereist dat een nieuwe arts op een aantal helende goden zweert dat hij een aantal professionele ethische normen zal handhaven. Het bindt de student ook sterk aan zijn leraar en de grotere gemeenschap van artsen met verantwoordelijkheden, die vergelijkbaar zijn met die van een familielid. In feite kan de start van de eed de vroege stadia van medische opleiding hebben gemarkeerd aan diegenen buiten de eerste families van de Hippocratische geneeskunde, de Asclepiads of Kos, door strikte loyaliteit te eisen.
Nederlandse vertaling van de eed van Hippocrates
Ik zweer bij Apollo de genezer, bij Asclepius en Panacea en neem alle goden en godinnen tot getuige, om naar mijn beste oordeel en vermogen de volgende eed te houden:
- Ik zal naar mijn beste oordeel en vermogen en om bestwil mijner zieken hun een leefregel voorschrijven en nooit iemand kwaad doen;
- Nooit zal ik, om iemand te gerieven, een dodelijk middel voorschrijven of een raad geven, die, als hij wordt gevolgd, de dood tot gevolg heeft;
- Nooit zal ik een vrouw een instrument voorschrijven om een miskraam op te wekken. Maar ik zal de zuiverheid van mijn leven en mijn kunst bewaren. Het snijden van de steen zal ik nalaten, ook als de ziekte duidelijk is. Iik zal dit overlaten aan hen die hierin bekwaam zijn;
- In ieder huis waar ik binnentreed, zal ik slechts komen in het belang van mijn patiënten;
- Mijn leermeester zal ik eren en liefhebben als mijn ouders; ik zal in gemeenschap met hem leven en zo nodig mijn bezit met hem delen, de kunst leren zonder vergoeding en zonder dat daartoe een schriftelijke belofte nodig is; aan mijn zonen, aan de zonen van mijn leermeester en aan de leerlingen die verklaard hebben zich aan de regelen van het beroep te zullen houden, aan hen allen zal ik de grondslagen van de kunst leren;
- Al hetgeen mij ter kennis komt in de uitoefening van mijn beroep of in het dagelijks verkeer met mensen en dat niet behoort te worden rondverteld, zal ik geheim houden en aan niemand openbaren.
Moge ik, als ik deze eed getrouwelijk houd, vreugde vinden in mijn leven en in de uitoefening van mijn kunst, maar moge het tegenovergestelde het geval zijn indien ik hem schend; - Ik zal mij verre houden van iedere welbewuste slechte daad en van elke verleiding, in het bijzonder van de geneugten der liefde met mannen of vrouwen, of zij vrij zijn of slaaf.
Artseneed van het KNMG en de VSNU van 2003
De artseneed is in 2003 aangepast op deze tijd en de hedendaagse ethische principes. Het KNMG en de VSNU hebben in 2003 een nieuwe tekst opgesteld, die luidt alsvolgt:
- Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens;
- Ik zal zorgen voor zieken, de gezondheid bevorderen en het lijden verlichten;
- Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen;
- Ik zal aan de patiënt geen schade toebrengen;
- Ik luister en zal hem goed inlichten;
- Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd;
- Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen;
- Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden;
- Ik zal mij open en toetsbaar opstellen en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving;
- Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen;
- Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk;
- Ik zal zo het beroep van arts in ere houden.
Dat beloof ik
of
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.