Menu

Het dynamische van deze tijd

Van oktober 1968 tot januari 1981 werkte ik op de Centrale Directie van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in Den Haag en Zoetermeer. Naast de leiding over het jaarlijkse onderzoek onder bewoners van nieuwe woningen had ik nog een tweede grote taak: het automatiseren van de rekenmodellen voor het huur- en subsidiebeleid. In die tijd (1974) was ik vier computertalen machtig. De onderbouwing van de beantwoording van de Tweede Kamer vragen heb ik via computermodellen ondersteund.

Woningbouw
In de jaren zeventig werden er circa 125.000 woningen per jaar gebouwd. Hiervan waren er 50.000 woningwet, 30.000 premiehuur, 30.000 premie-koop en de rest vrije sector.

Dynamische kostprijs
De financiering van de woningbouw gebeurde toen op basis van de zogenaamde dynamischekostprijs huurformule (DKH). Deze formule was gebaseerd op een annuïteitformule, waarin de kosten en de opbrengsten waren opgenomen. De kosten bestonden uit een gedeelte variabele kosten, die jaarlijks stegen en vaste kosten. De opbrengsten waren de huren met de jaarlijkse verhoging. De berekening van de aanvangshuur was kortgezegd de cumulatie van de contante waarden van de jaarlijkse lasten, gedeeld door de jaarlijkse huuropbrengst.

In formule:
Betekenis (in procenten):

Ho = aanvangshuur
Ko = aanvangslasten
n = looptijd
l = lastenstijging
C = vaste lasten
r = rente
h = huurverhoging

Elektronische rekenmachine
In eerste instantie gebeurde de berekening op een elektronische rekenmachine (toen zeer vooruitstrevend: digitale letters en geluidloos!). Toch was je ruim twee uur bezig om de berekening te maken en vervolgens de zaak uit te typen. Na overleg over de uitkomst met het hoofd van de afdeling, vroeg hij of je deze berekening nogmaals wilde maken, maar dan één van de parameters een half procent hoger. En zo vulde je de dagen. De uitkomsten werden onder meer gebruikt voor de beantwoording van Tweede Kamervragen.

Time sharing
In die tijd (1975) was een computer nog een futuristisch apparaat. De meeste mensen wisten niet eens waarover je het had. Ik ben toen mijn eerste automatiseringsopleiding gaan volgen: Basic programmeren, gevolgd door Fortran IV en SPSS. Hierdoor verzamelde ik voldoende kennis om de berekeningen van de DKH te automatiseren.
Dit laatste had ook niet zo veel om het lijf, want het gebeurde via time sharing. Het computercentrum was gevestigd in Cleveland (VS) en de verbinding kwam tot stand via de satelliet Early Bird. Er was weinig beveiliging binnen het systeem. Bij een deling door nul bijvoorbeeld bleef het systeem doorrekenen, totdat iemand hierachter kwam. De rekening voor het premature digitale gecijfer was gigantisch.

Automatisering 1975
Om niet steeds opnieuw vragen te krijgen over berekeningen met verschillende parameters, had ik een programma geschreven, dat alle mogelijke percentages in parameters, oplopend van 1 tot 12% en voor alle soorten woningen (eenheden, woningwet, etc) berekende en printte. De tabellen zijn vervolgens ingebonden en aan alle betrokkenen binnen het ministerie en de Tweede Kamer gestuurd. Hier kon men jaren mee vooruit, Dat bleek wel, want vragen hierover werden nooit meer gesteld.
Voor zeer grote berekeningen uit onderzoeken in die tijd werd overigens gebruikgemaakt van het IBM automatiseringscentrum in Rijswijk. In de hal stond een enorme verwerkingseenheid. Ik sta er wel eens bij stil, dat deze een capaciteit had van ongeveer 1 duizendste van de huidige smartphones. En deze kunnen, naast telefoneren, nog zoveel meer (fotograferen, filmen, muziek, navigatie, etc. etc).

Doorgeslagen
Nog niet zo lang geleden, dacht ik nog eens aan die berekeningen. De formule kende ik nog uit het hoofd en programmeerde deze in mijn smartphone. Op het moment dat ik op de ‘GO’ toets drukte, stond het antwoord er al. Printen kon ook, kwestie van een minuut.
Wat is de ontwikkeling toch ontzettend snel gegaan de laatste jaren. Het is alleen jammer, dat velen het digitale gecijfer nu als hoofddoel zien binnen een organisatie, zoals in de ziekenhuizen. Zij verzamelen virtuele zorggegevens die enkel en alleen voor de DOT-nota dienen of voor opgepoetste kwaliteitscijfers. Digitale cijfers waar de ziekenhuizen goede sier mee maken.
De gegevens over de zorg zelf, de documentatie in het medisch dossier en de zinvolle registratie ervan voor informatie en communicatie over de werkelijke zorg, zijn van ondergeschikt belang. Het levert geen euro extra op. Die gegevens zijn hoognodig voor de benchmarking met als doel de inhoudelijke verbetering van zorg waar de patiënt bij wint.

Koos Dirkse