Menu

Onverantwoordelijk en Onmenselijk – De Ambtelijke Obsessie met Bezuinigen

Het is een hardnekkig en ziekmakend ritueel: vlak voor verkiezingen presenteert de ambtelijke top van de ministeries haar begrotingsadvies. Steevast klinkt dezelfde boodschap, als een kapotte grammofoonplaat: hand op de knip. Alsof het fatsoenlijk financieren van publieke voorzieningen iets gevaarlijks is. Alsof investeren in mensen per definitie onverantwoord zou zijn.

De zogenoemde Studiegroep Begrotingsruimte – een club zelfgenoegzame technocraten – komt doodleuk met het advies om nog eens miljarden kapot te bezuinigen. Twee jaar geleden moest er volgens hen nog 17 miljard euro worden weggehakt. Nu zou het “goed nieuws” zijn dat het nog “maar” 7 miljard is. Maar dat is geen goed nieuws. Het is opnieuw een ordinaire aanslag op het sociale vangnet waar honderdduizenden mensen nu al van afhankelijk zijn.

Ondertussen bemoeit ook de Europese Unie zich steeds nadrukkelijker met het Nederlandse begrotingsbeleid. EU-regels leggen strenge grenzen op aan het tekort dat landen mogen maken – een maximum van 3 procent van het bruto binnenlands product. Toch kiezen onze ambtenaren ervoor om een begroting te adviseren met een tekort van slechts 2 procent, een vol procent lager dan de Europese norm. Dit overbodige veiligheidskussen dient slechts om de illusie van controle vast te houden, koste wat kost. Zelfs als dat betekent dat honderdduizenden Nederlanders verder de afgrond in worden geduwd.

Het contrast met de werkelijkheid is pijnlijk. De economie groeide de afgelopen jaren harder dan verwacht, maar gewone mensen merken daar helemaal niets van. Integendeel: steeds meer mensen komen financieel klem te zitten. De huren zijn geëxplodeerd, de zorgpremies blijven stijgen, het eigen risico loopt op, en chronisch zieken zien hun spaargeld verdwijnen in stapels rekeningen. De armoede groeit. Het aantal mensen dat moet kiezen tussen boodschappen of medicijnen neemt toe. Dit is geen abstract risico – dit is de realiteit, nú.

Een van de vaak gebruikte argumenten om deze bezuinigingen te rechtvaardigen is de vergrijzing. Alsof het een plotseling, onvermijdelijk probleem is waar we machteloos tegenover staan. Maar wie terugkijkt, ziet dat dit allang te voorzien was. Al sinds begin jaren ’50 was bekend dat er een enorme babyboom zou volgen. Met een flinke generatie die onherroepelijk zou gaan verouderen en voor extra druk op pensioenen en zorg zou zorgen. Een verstandig, vooruitziend beleid had dit kunnen opvangen met tijdige investeringen in duurzame zorg, betaalbare woningen en toekomstbestendige sociale zekerheid. Maar wat zagen we? Jarenlang werd de problematiek weggeschoven, budgetten gekort en werd bezuinigd op cruciale onderdelen van het sociale stelsel. Dit is geen onvermijdelijkheid maar wanbeleid.

Het meest schrijnende is dat de echte oorzaak van de financiële druk onaangeroerd blijft: de doorgeschoten marktwerking in de zorg. Sinds 2006, toen de VVD het zorgstelsel fundamenteel herstructureerde, zijn de zorgkosten verviervoudigd. Niet door een groeiende zorgvraag, maar door een leger commerciële verzekeraars die bureaucratie, wantrouwen, overhead en winstbejag hebben uitgebouwd. Deze verzekeraars innen zoveel mogelijk premies, geven steeds minder uit aan daadwerkelijke zorg, en lopen zelf geen enkel risico omdat de overheid garant staat. Is de winstmarge te laag, dan wordt het jaar daarop de premie verhoogd en de zorg verder verschraald. Maar liefst 40 procent van elke euro gaat naar administratie, marketing en controle. Daar durft deze technocratische elite niet aan te komen.

En wie betaalt de rekening? Mensen die hun hele leven gewerkt hebben voor hun AOW. Zieken en ouderen. Iedereen met een laag of modaal inkomen. Terwijl de echte verspilling ongemoeid blijft.

Dit advies is geen neutrale analyse. Het is een politieke keuze voor structurele schraalheid, verdere sociale afbraak en beleid dat mensen nu al in de problemen heeft gebracht en hen in de toekomst nog harder zal raken. Het is de ultieme blamage van een bestuur dat elk besef van solidariteit, fatsoen en realiteit verloren heeft.

Wie de overheid nog een greintje geloofwaardigheid wil geven, moet deze hersenloze technocraten linea recta het ministerie uit schoppen. Dit beleid is niet alleen onverantwoordelijk en onmenselijk – het is volslagen geschift.

Koos Dirkse