Menu

Wolven in Nederland: het probleem groeit, maar actie blijft uit!

De terugkeer van de wolf in Nederland

De terugkeer van de wolf in Nederland roept steeds meer discussie op. Natuurbeschermers en wolvenliefhebbers juichen het roofdier toe, maar in dichtbevolkte en veedichte gebieden ervaren inwoners ernstige overlast en onveiligheid. Vee wordt aangevallen en duizenden schapen en ander vee van zowel professionele veehouderijen als hobbyboeren worden verscheurd of moeten worden geëuthanaseerd. Zelfs kinderen lopen gevaar: recent zijn wolven gesignaleerd bij drie kinderdagverblijven in Ermelo en in het centrum van Goor. Daarnaast worden de dieren steeds vaker in dorpen en steden gezien, waardoor duidelijk wordt dat ze zich niet langer beperken tot afgelegen natuurgebieden. Sporters en wandelaars, vooral met een hond, worden in buitengebieden lastiggevallen.

Nederland als uniek geval

Nederland is uniek in Europa: klein, dichtbevolkt en zonder natuurlijke vijanden voor de wolf. Met meer dan vijfhonderd inwoners per vierkante kilometer is er nauwelijks ruimte voor een groot roofdier dat uitgestrekte jachtgebieden nodig heeft. Het aantal roedels breidt zich snel uit, terwijl Nederland op dit gebied weinig tot niets doet en, zoals vaak het geval is, traag reageert. De huidige wetgeving, waaronder de EU-Habitatrichtlijn, houdt geen rekening met deze situatie en biedt weinig ruimte voor praktisch beheer.

Aanpassing van de EU-Habitatrichtlijn is mogelijk

De EU-Habitatrichtlijn biedt mogelijkheden voor herziening. Lidstaten kunnen gezamenlijk verzoeken indienen om de beschermingsstatus van de wolf aan te passen wanneer veiligheidsrisico’s of economische schade toenemen. Voor andere diersoorten zijn beschermingsniveaus eerder aangepast om beter aan te sluiten bij veranderende omstandigheden. Nederland mist momenteel de kans om tijdig maatregelen te treffen, terwijl het aantal wolvenroedels snel groeit.

Europees landenblok kan verandering afdwingen

Andere Europese landen pleiten voor beheerbare bescherming, inclusief verplaatsing of afschot van probleemwolven. Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Finland, Zweden en de Baltische staten werken samen om herclassificatie mogelijk te maken. Sluit Nederland zich hierbij aan, dan kan een meerderheid in Europa de beschermingsstatus van de wolf aanpassen. De wolf blijft beschermd, maar er ontstaat ruimte voor effectieve beheersmaatregelen.

Binnenlandse wetgeving biedt flexibiliteit

Ook binnenlandse wetgeving biedt mogelijkheden. Veiligheidszones rond dorpen, scholen en kinderopvang, sneller verplaatsen van probleemwolven en lokaal beheer zijn strategieën die landen als Zweden en Finland met succes toepassen. Nederland kan deze maatregelen direct invoeren om de veiligheid van mens en dier te waarborgen.

Politieke druk maakt verandering mogelijk

Wetgeving verandert alleen bij politieke wil en draagvlak. Door provincies en landelijke partijen te benaderen, petities en burgerinitiatieven te starten en schadegevallen zorgvuldig te documenteren, kan druk worden opgebouwd richting Brussel en Den Haag. In Duitsland leidde een combinatie van publieke en politieke druk tot gerichte beheermaatregelen voor probleemwolven, wat aantoont dat verandering haalbaar is mits de juiste stappen worden gezet.

Conclusie

De terugkeer van de wolf laat zien dat natuurbehoud en menselijke veiligheid niet automatisch hand in hand gaan. Het huidige strikte beschermingsbeleid is niet afgestemd op de Nederlandse context. Door Europese en nationale wetgeving te veranderen, praktische beheersmaatregelen te implementeren en politieke druk uit te oefenen, kan Nederland een voorbeeld worden van verantwoord natuurbeheer. Veiligheid en biodiversiteit kunnen samen bestaan — mits beleid wordt aangepast aan de realiteit van een klein, dichtbevolkt land.

Koos Dirkse