Met enige regelmaat wordt mij gevraagd waarom ik een politieke functie niet ambieer, bijvoorbeeld kamerlid of lid van een kabinet. Daar bedank ik voor, want hiervoor ben ik totaal ongeschikt. Niet omdat ik wil weglopen voor mijn verantwoordelijkheid, maar omdat je met de mond van het kabinet moet praten en, tegen beter weten in, standpunten moet verdedigen, waar je niet achter staat. Ik ben nergens bang voor, recht door zee en neem geen blad voor de mond. En daar zit Den Haag niet om te springen!
Twee keer ben ik aan een politieke ‘carrière’ begonnen, de eerste als voorbereiding op een kamerlidmaatschap en de tweede keer als bestuurslid van een nieuwe partij. Beide heb ik binnen een jaar beëindigd.
Als je als lid van een kabinet – dit zal door mijn achtergrond volksgezondheid of volkshuisvesting zijn – jouw visie wil uitvoeren, heb je gelijk een kabinetscrisis, want man, man, man, wat is er veel mis! Je krijgt, op basis van je inzichten en voorstellen, niet alleen het kabinet, maar ook de gehele Tweede Kamer over je heen. Daarbij zullen ook veel (zorg)organisaties hard aan de bel gaan trekken!
Stel, dat ik op zo’n post zou zitten, wat zou ik dan aanpakken en zo snel mogelijk willen veranderen en met welk doel.
Om er een aantal op het gebied van het zorgstelsel te noemen:
- De patiënt centraal stellen en niet de bureaucratie;
- Afschaffen huidig financieringssysteem, de DBC en overgaan op het internationaal gebruikte systeem de DRG: efficiënter, veel goedkoper en minder fraudegevoelig;
- Sterk reduceren van de bureaucratie, terugbrengen aantal managers, consulten, externe bureau’s en organisaties die uit de zorggelden worden betaald en totaal overbodig zijn;
- Ziekenhuizen laten leiden door medisch geschoold personeel en niet door economen, accountants, juristen of noem maar op;
- Uitbreiding zorgcapaciteit ziekenhuizen, zowel bedden als personeel;
- Naadloos behandelen van patiënten tussen verschillende afdelingen. Niet steeds terug naar de huisarts voor een nieuwe verwijzing;
- Uitvoering van de basisverzekering weghalen bij commerciële verzekeraars en onderbrengen bij de overheid;
- Verplichte zorgpremie innen via de belastingen (net als de AOW), zorgtoeslag afschaffen en hiervoor de belastingschijven voor laagstbetaalden aanpassen;
- Ziekenhuizen upgraden naar supergespecialiseerde centra, hotelfunctie naar zorghotels (veel goedkoper), poliklinieken naar anderhalve lijn door opzet Diagnose-Behandel Centra, die samenwerken met de eerstelijnszorg;
- Ondersteunende afdelingen, zoals radiodiagnostiek, onderbrengen bij de industrie (Philips, Siemens, GE);
- Het zorgpersoneel de waardering geven die het verdient, zodat de leegloop stopt en meer jongeren interesse krijgen in het vak;
- Herinrichting woon-zorgcentra voor ouderen met meer personeel, waardoor de levenskwaliteit voor ouderen stijgt en ook waar ouderen niet worden gescheiden, omdat de één meer zorg nodig heeft dan de partner;
- Afschaffen eigen risico en eigen bijdragen;
- Kijken naar de uitgaven binnen het zorgstelsel en niet naar de totale kosten, om vervolgens de premie voor het jaar daarop weer te verhogen;
- Herinrichting ministerie van VWS tot ministerie van Gezondheid, Welzijn en Wonen. Zorg en Wonen zijn de hoogste kostenposten van een gemiddeld gezin. Samen vormen ze het ‘welzijn’ en zijn, zeker met de vergrijzing, niet los van elkaar te zien. Daarom behoren ze onder één ministerie, wellicht met twee ministers.
Dit zijn slechts enkele punten. Worden een aantal hiervan niet keihard ten uitvoer gebracht, dan zal de zorg voor veel burgers onbetaalbaar worden.
Conclusie
Door onwetendheid van de regering zullen de meeste punten niet in dank worden afgenomen. Bovendien weet de burger weinig van het zorgstelsel, hoe inefficiënt het soms is en de hoge kosten die hiermee gepaard gaan. Een premier, die veel bagatelliseert en alles recht praat wat krom is, doet er ook niet veel goeds aan. Dus ik wil het toch maar niet doen.
Het wordt anders een hordenloop met een elastiek om de enkels. Bij het eerste obstakel ga je al onderuit!