Menu

Lymfeklierkanker – lymfoom

Lymfeklierkanker, ook wel lymfoom genoemd, is een vorm van kanker die begint in het lymfestelsel. Het lymfestelsel is een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem en bestaat uit lymfeklieren, lymfevaten en lymfeweefsel dat zich door het hele lichaam verspreidt. Lymfeklierkanker ontstaat wanneer lymfocyten (een type witte bloedcellen) ongecontroleerd beginnen te groeien en zich ophopen in de lymfeklieren of andere delen van het lymfestelsel.

Soorten lymfeklierkanker
Lymfeklierkanker, ook wel bekend als lymfoom, is een vorm van kanker die ontstaat in het lymfestelsel. Het lymfestelsel is een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem en bestaat uit lymfeklieren, lymfevaten en lymfeklierweefsel verspreid door het hele lichaam. Er zijn verschillende soorten lymfeklierkanker, maar de twee belangrijkste categorieën zijn Hodgkin-lymfoom en non-Hodgkin-lymfoom. Hier zijn enkele van de belangrijkste subtypes binnen deze categorieën:

  1. Hodgkin-lymfoom:Klassiek
    Hodgkin-lymfoom (cHL): Dit is de meest voorkomende vorm van Hodgkin-lymfoom. Het kan worden onderverdeeld in verschillende subtypen, waaronder:

    1. Nodulair scleroseus cHL
    2. Gemengde cel cHL
    3. Lymfocyten-rijk cHL
    4. Lymfocyten-arm cHL
  2. Non-Hodgkin-lymfoom (NHL):
    1. Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL): Dit is een agressieve vorm van NHL en een van de meest voorkomende lymfomen.
    2. Folliculair lymfoom: Dit is een indolent (langzaam groeiend) subtype van NHL.
    3. Mantelcellymfoom: Dit is meestal een agressieve vorm van NHL.
    4. Marginale zone-lymfomen: Dit omvat extranodale marginale zone-lymfomen (MALT-lymfoom), nodale marginale zone-lymfomen en splenische marginale zone-lymfomen.
    5. Burkitt-lymfoom: Dit is een zeer agressieve vorm van NHL.
    6. Primair mediastinaal groot B-cellymfoom: Dit is een subtype van DLBCL dat zich in de mediastinumruimte in de borstholte bevindt.
    7. Anaplastisch grootcellig lymfoom: Dit is een agressieve vorm van NHL die zich vaak buiten de lymfeklieren verspreidt.

Dit zijn slechts enkele van de vele subtypes van lymfeklierkanker. Elke subtype heeft zijn eigen kenmerken, behandelingsopties en prognose. De diagnose en behandeling van lymfeklierkanker zijn afhankelijk van het specifieke subtype en de stadia van de ziekte. Het is belangrijk om met een medische professional te spreken voor een nauwkeurige diagnose en behandelingsadvies als lymfeklierkanker wordt vermoed.

Symptomen
Lymfeklierkanker kan verschillende symptomen veroorzaken, afhankelijk van het type lymfoom en het stadium waarin het zich bevindt. Hier zijn enkele mogelijke symptomen:

  1. Vergrote lymfeklieren: Het meest opvallende symptoom van lymfeklierkanker is meestal de aanwezigheid van vergrote lymfeklieren in de hals, oksels, liesstreek of elders in het lichaam. Deze vergrote lymfeklieren kunnen pijnloos of pijnlijk zijn.
  2. Koorts: Onverklaarbare koorts die langer dan een paar weken aanhoudt, kan een teken zijn van lymfeklierkanker.
  3. Nachtzweten: Overmatig zweten ’s nachts, vaak zo erg dat het beddengoed doorweekt raakt, is een ander mogelijk symptoom.
  4. Vermoeidheid: Ernstige vermoeidheid die niet verdwijnt na rust kan een teken zijn van lymfeklierkanker.
  5. Gewichtsverlies: Onbedoeld gewichtsverlies kan optreden bij mensen met lymfeklierkanker.
  6. Verminderde eetlust: Een verminderde eetlust kan gepaard gaan met lymfeklierkanker.
  7. Jeukende huid: Jeukende huid zonder duidelijke oorzaak kan soms voorkomen bij lymfoom.
  8. Pijn: Sommige mensen met lymfeklierkanker kunnen pijn ervaren, vooral als de lymfomen groter worden en druk uitoefenen op omliggende weefsels of organen.

Het is belangrijk op te merken dat deze symptomen ook bij andere aandoeningen kunnen voorkomen, en dat lymfeklierkanker vaak asymptomatisch kan zijn in de vroege stadia. Als je je zorgen maakt over mogelijke symptomen of veranderingen in je gezondheid, is het raadzaam om contact op te nemen met een arts. Een juiste diagnose kan alleen worden gesteld door medische tests, zoals bloedonderzoek, beeldvorming en soms een biopsie van de lymfeklieren of andere betrokken weefsels

Diagnose
De diagnose van lymfeklierkanker (lymfoom) omvat verschillende stappen en tests. Hier is een overzicht van het diagnostische proces:

  1. Medische voorgeschiedenis en lichamelijk onderzoek: De eerste stap is meestal een gedetailleerde medische voorgeschiedenis om symptomen, risicofactoren en familiegeschiedenis van kanker te evalueren. Een lichamelijk onderzoek kan worden uitgevoerd om te zoeken naar vergrote lymfeklieren, organen die vergroot zijn en andere fysieke tekenen van de ziekte.
  2. Beeldvormende tests: Om de omvang en locatie van de lymfomen te beoordelen, kunnen verschillende beeldvormende tests worden gebruikt, zoals:
    • CT-scan (computertomografie)
    • MRI (magnetische resonantiebeeldvorming)
    • PET-scan (positronemissietomografie)
  3. Bloedonderzoek: Bloedonderzoek kan worden uitgevoerd om de algehele gezondheid van de patiënt te beoordelen en om te zoeken naar afwijkingen in het bloedbeeld die kunnen wijzen op lymfeklierkanker.
  4. Lymfeklierbiopsie: Een lymfeklierbiopsie is meestal nodig om de definitieve diagnose te stellen. Er zijn verschillende soorten biopsieën, waaronder:
    • Fijne naald aspiratie (FNA): Een dunne naald wordt in de vergrote lymfeklier ingebracht om een monster van cellen en weefsel te nemen.
    • Tru-cut biopsie: Een iets grotere naald wordt gebruikt om een stukje weefsel uit de lymfeklier te nemen.
    • Excisiebiopsie: Hierbij wordt de hele vergrote lymfeklier verwijderd voor een grondige analyse.
  5. Beenmergbiopsie: Soms is een beenmergbiopsie nodig om te bepalen of het lymfoom zich naar het beenmerg heeft verspreid.
  6. Immunohistochemie en moleculaire tests: De verzamelde weefselmonsters worden vaak onderzocht met immunohistochemie en moleculaire tests om het subtype van lymfeklierkanker te bepalen en om genetische afwijkingen te identificeren die de behandeling kunnen beïnvloeden.
  7. Stadiëring: Nadat de diagnose is gesteld, wordt het lymfoom meestal gestadieerd om de mate van verspreiding in het lichaam te beoordelen. Dit kan helpen bij het bepalen van het behandelplan.
  8. Consultatie bij een specialist: Na de diagnose zal de patiënt doorgaans worden doorverwezen naar een hematoloog-oncoloog of een specialist in lymfeklierkanker voor verdere evaluatie en behandelingsopties.

De diagnose van lymfeklierkanker vereist vaak samenwerking tussen verschillende medische professionals, waaronder radiologen, pathologen en oncologen. Het is belangrijk om een nauwkeurige diagnose te stellen, omdat dit de basis vormt voor het bepalen van de meest geschikte behandeling.

Behandeling
De behandeling van lymfeklierkanker (lymfoom) is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het type lymfoom, het stadium van de ziekte, de leeftijd en algehele gezondheid van de patiënt, en eventuele genetische afwijkingen in de kankercellen. Over het algemeen kunnen de behandelingsopties voor lymfeklierkanker omvatten:

  1. Chemotherapie: Chemotherapie is een veelgebruikte behandeling voor lymfoom en omvat het gebruik van medicijnen om kankercellen te doden of hun groei te remmen. Chemotherapie kan alleen worden gebruikt of in combinatie met andere behandelingen, afhankelijk van het type en stadium van lymfoom.
  2. Bestralingstherapie: Radiotherapie maakt gebruik van hoge-energie straling om kankercellen te doden. Het wordt vaak gebruikt bij Hodgkin-lymfoom en sommige vormen van non-Hodgkin-lymfoom, vooral als de kanker beperkt is tot een specifiek gebied.
  3. Immunotherapie: Immunotherapie maakt gebruik van medicijnen om het immuunsysteem van het lichaam te versterken, zodat het de kankercellen beter kan bestrijden. Een voorbeeld van immunotherapie bij lymfeklierkanker is het gebruik van monoklonale antilichamen zoals rituximab.
  4. Doelgerichte therapie: Voor sommige subtypes van lymfoom zijn er specifieke geneesmiddelen beschikbaar die gericht zijn op bepaalde moleculaire doelwitten in de kankercellen. Een voorbeeld is ibrutinib voor de behandeling van mantelcellymfoom.
  5. Stamceltransplantatie: In sommige gevallen kan een stamceltransplantatie nodig zijn. Dit kan autologous zijn, waarbij de patiënt zijn eigen stamcellen ontvangt, of allogene, waarbij stamcellen van een donor worden gebruikt. Stamceltransplantatie wordt meestal overwogen wanneer andere behandelingen niet effectief zijn gebleken of bij agressieve vormen van lymfoom.
  6. Klinische proeven: Patiënten met lymfeklierkanker kunnen in aanmerking komen voor deelname aan klinische onderzoeken waarin nieuwe behandelingen of behandelingscombinaties worden getest.

De keuze van de behandeling hangt af van de specifieke situatie van de patiënt en wordt vaak bepaald door een multidisciplinair team van medische professionals, waaronder hematologen-oncologen, radiologen en pathologen. Het is belangrijk om de behandelingsopties grondig te bespreken met de behandelend arts om een behandelplan te ontwikkelen dat het meest geschikt is voor de individuele patiënt. Daarnaast kunnen ondersteunende zorgmaatregelen, zoals pijnbeheersing en symptoombehandeling, een belangrijk onderdeel van de algehele zorg voor lymfeklierkankerpatiënten zijn.

Prognose
De prognose voor lymfeklierkanker (lymfoom) varieert sterk afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het type lymfoom, het stadium van de ziekte op het moment van diagnose, de leeftijd en algehele gezondheid van de patiënt, en de respons op de behandeling. Over het algemeen kunnen we de volgende algemene trends waarnemen:

  1. Hodgkin-lymfoom: Patiënten met Hodgkin-lymfoom hebben over het algemeen een goede prognose, vooral als de ziekte vroeg wordt gediagnosticeerd en in een vroeg stadium wordt behandeld. De meeste mensen met deze vorm van lymfoom kunnen met succes worden behandeld en genezen, zelfs als de ziekte zich heeft verspreid.
  2. Non-Hodgkin-lymfoom (NHL): Non-Hodgkin-lymfoom is een heterogene groep van lymfomen, en de prognose varieert aanzienlijk afhankelijk van het specifieke subtype, de agressiviteit en het stadium van de ziekte. Sommige subtypes van NHL zijn zeer behandelbaar en hebben een goede prognose, terwijl andere agressiever zijn en een meer uitdagende behandeling vereisen.
  3. Stadium van de ziekte: Het stadium van lymfeklierkanker is een belangrijke prognostische factor. In het algemeen geldt dat hoe vroeger de ziekte wordt gediagnosticeerd en hoe beperkter de verspreiding ervan is (lagere stadia), des te gunstiger de prognose is.
  4. Leeftijd en algehele gezondheid: De leeftijd en de algehele gezondheidstoestand van de patiënt spelen ook een rol bij de prognose. Jongere patiënten en degenen zonder ernstige onderliggende gezondheidsproblemen hebben over het algemeen een betere prognose.
  5. Respons op behandeling: Het vermogen van de ziekte om te reageren op behandeling is een belangrijke factor. Patiënten die een complete remissie bereiken na behandeling hebben meestal een betere prognose dan degenen bij wie de ziekte niet volledig reageert op de therapie.

Het is belangrijk op te merken dat de prognose van lymfeklierkanker sterk kan variëren van patiënt tot patiënt, zelfs binnen hetzelfde subtype van lymfoom. Daarom is het essentieel dat de behandelend arts de specifieke situatie van de patiënt beoordeelt en een prognose geeft op basis van die individuele factoren.

Bovendien evolueert de behandeling van lymfeklierkanker voortdurend, en nieuwe behandelingsmogelijkheden en therapieën kunnen de prognose in de loop der tijd verbeteren. Het is altijd raadzaam voor patiënten om open en eerlijk te communiceren met hun medische team en om regelmatige follow-upafspraken bij te wonen om de voortgang en respons op de behandeling te evalueren.

Koos Dirkse