Menu

Slokdarmkanker – oesophaguscarcinoom

Slokdarmkanker, ook wel bekend als oesophaguscarcinoom, is een vorm van kanker die zich ontwikkelt in de slokdarm, het buisvormige orgaan dat voedsel en vloeistoffen van de keel naar de maag transporteert. Deze vorm van kanker kan zich in verschillende delen van de slokdarm ontwikkelen en kan zich ook verspreiden naar aangrenzende weefsels en lymfeklieren.

Er zijn verschillende soorten slokdarmkanker, maar de meest voorkomende typen zijn plaveiselcelcarcinoom en adenocarcinoom. Risicofactoren voor het ontwikkelen van slokdarmkanker kunnen onder meer zijn:

  1. Roken en tabaksgebruik.
  2. Overmatig alcoholgebruik.
  3. Langdurige gastro-oesofageale refluxziekte (GERD).
  4. Obesitas.
  5. Onvoldoende inname van fruit en groenten in het dieet.
  6. Eerdere bestralingstherapie in het borstgebied.
  7. Barrett-slokdarm, een aandoening waarbij het weefsel in de slokdarm abnormaal verandert.

Symptomen
Slokdarmkanker is een ernstige vorm van kanker die zich in de slokdarm ontwikkelt. In de beginfase van de ziekte kunnen de symptomen vaag zijn of afwezig zijn. Naarmate de kanker zich echter ontwikkelt, kunnen de volgende symptomen zich voordoen:

  1. Slikproblemen (dysfagie): Dit is vaak een van de vroegste en meest voorkomende symptomen van slokdarmkanker. Mensen met slokdarmkanker kunnen moeite hebben met slikken, vooral bij het doorslikken van vast voedsel of grote stukken voedsel.
  2. Pijn of ongemak bij het slikken: Slokdarmkanker kan pijn veroorzaken tijdens het slikken, wat vaak wordt omschreven als een brandend gevoel of ongemak in de borst of de achterkant van het borstbeen.
  3. Gewichtsverlies: Onverklaarbaar gewichtsverlies kan optreden bij mensen met slokdarmkanker. Dit komt vaak voor als gevolg van moeite met eten als gevolg van slikproblemen en verminderde eetlust.
  4. Braken en regurgitatie: Sommige mensen kunnen last hebben van braken of regurgitatie, waarbij voedsel of vloeistoffen uit de slokdarm terugvloeien naar de mond.
  5. Pijn op de borst: Slokdarmkanker kan pijn op de borst veroorzaken, die vaak wordt verward met hartgerelateerde pijn. Deze pijn kan scherp of drukkend van aard zijn en kan uitstralen naar de rug of de keel.
  6. Hoarseness (heesheid): Als de kanker zich in de buurt van de stembanden bevindt, kan het heesheid veroorzaken.
  7. Keelpijn: Slokdarmkanker kan ook keelpijn veroorzaken, die kan aanhouden en niet verbetert met gebruikelijke behandelingen voor keelpijn.
  8. Vermoeidheid: Net als bij veel andere vormen van kanker, kan slokdarmkanker vermoeidheid en zwakte veroorzaken.
  9. Verlies van eetlust: Veel mensen met slokdarmkanker kunnen een verminderde eetlust ervaren, wat kan leiden tot gewichtsverlies.
  10. Zwarte ontlasting: In sommige gevallen kan slokdarmkanker bloedingen veroorzaken, wat kan resulteren in zwarte, teerachtige ontlasting (melena). Dit kan wijzen op een bloeding in het spijsverteringsstelsel.

Het is belangrijk op te merken dat deze symptomen niet specifiek zijn voor slokdarmkanker en ook kunnen voorkomen bij andere aandoeningen. Als u aanhoudende of verontrustende symptomen ervaart, is het raadzaam om onmiddellijk medische hulp te zoeken. Vroegtijdige detectie van slokdarmkanker kan de behandelingsopties en prognose aanzienlijk verbeteren. Een arts kan verschillende diagnostische tests uitvoeren, zoals endoscopie, beeldvorming en biopsieën, om de diagnose te bevestigen.

Diagnose
De diagnose van slokdarmkanker omvat een reeks medische tests en procedures om de aanwezigheid van kanker te bevestigen, de locatie en het stadium van de kanker te bepalen en om te bepalen welke behandeling het meest geschikt is. Hier zijn de belangrijkste stappen in het diagnoseproces voor slokdarmkanker:

  1. Medische voorgeschiedenis en lichamelijk onderzoek: De arts zal beginnen met het verzamelen van informatie over uw medische voorgeschiedenis, risicofactoren en symptomen. Een lichamelijk onderzoek zal worden uitgevoerd om eventuele tekenen van slokdarmkanker of andere gezondheidsproblemen te identificeren.
  2. Endoscopie: Een van de meest voorkomende diagnostische procedures voor slokdarmkanker is een endoscopie. Tijdens dit onderzoek brengt de arts een flexibele, verlichte buis (endoscoop) via de mond naar beneden in de slokdarm om het slijmvlies van de slokdarm te inspecteren. Tijdens de endoscopie kunnen weefselmonsters (biopsieën) worden genomen van eventuele verdachte gebieden.
  3. Beeldvorming: Beeldvormende onderzoeken, zoals een CT-scan (computertomografie), een MRI (magnetische resonantiebeeldvorming) en een PET-scan (positronemissietomografie), kunnen worden uitgevoerd om de locatie van de tumor, de grootte en mogelijke uitzaaiingen naar andere delen van het lichaam te bepalen.
  4. Röntgenfoto’s: Soms worden röntgenfoto’s van de borst en de slokdarm (slikfoto’s of bariumslok) gebruikt om de aanwezigheid van afwijkingen in de slokdarm te identificeren.
  5. Echo-endoscopie: Deze procedure combineert endoscopie met echografie om gedetailleerdere informatie te verkrijgen over de diepte van de tumor en de betrokkenheid van aangrenzende weefsels en lymfeklieren.
  6. Biopsie: Een biopsie is de definitieve manier om te bevestigen of er sprake is van kanker. Tijdens een biopsie neemt de arts een klein stukje weefsel van de tumor of een verdacht gebied om het in het laboratorium te laten onderzoeken op kwaadaardige cellen.
  7. Stadiëring: Nadat de diagnose van slokdarmkanker is bevestigd, wordt de kanker meestal gestadieerd om te bepalen in welk stadium de ziekte zich bevindt. Stadiëring omvat het bepalen van de grootte van de tumor, het controleren op uitzaaiingen naar lymfeklieren en andere organen, en het inschatten van de mate van invasie.

Behandeling
De behandeling van slokdarmkanker is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het stadium van de kanker, de locatie van de tumor, de algehele gezondheidstoestand van de patiënt en individuele behoeften. Over het algemeen omvat de behandeling van slokdarmkanker een combinatie van de volgende benaderingen:

  1. Chirurgie: Chirurgie is vaak een belangrijk onderdeel van de behandeling van slokdarmkanker, vooral in de vroege stadia van de ziekte. De chirurg kan de tumor en aangrenzende lymfeklieren verwijderen in een operatie die bekend staat als een esofagectomie. Soms kan ook een deel van de maag worden verwijderd om de slokdarm te vervangen of om een deel van de maag te gebruiken voor een reconstructieve operatie (meestal een maagbuis of een maagmanchet) om de verbinding tussen de overgebleven slokdarm en de maag te herstellen.
  2. Bestralingstherapie (radiotherapie): Bestraling wordt vaak gebruikt als aanvullende behandeling voor slokdarmkanker. Het kan vóór de operatie (neoadjuvante bestraling) worden gebruikt om de tumor te verkleinen, na de operatie (adjuvante bestraling) om eventuele resterende kankercellen te doden, of als palliatieve behandeling om symptomen te verlichten in gevallen van ongeneeslijke kanker.
  3. Chemotherapie: Chemotherapie maakt gebruik van medicijnen om kankercellen te doden of hun groei te vertragen. Het kan worden gebruikt als aanvullende behandeling vóór of na de operatie om de kanker te helpen krimpen of om uitzaaiingen te behandelen. Chemotherapie wordt soms ook gecombineerd met bestralingstherapie.
  4. Doelgerichte therapie: Doelgerichte geneesmiddelen richten zich op specifieke moleculaire doelen in kankercellen. Ze worden soms gebruikt als aanvullende behandeling voor slokdarmkanker, vooral als de tumor bepaalde genetische veranderingen vertoont die vatbaar zijn voor doelgerichte therapie.
  5. Immunotherapie: Immunotherapie is een opkomende behandelingsoptie voor slokdarmkanker. Het stimuleert het immuunsysteem van het lichaam om kankercellen aan te vallen. Sommige immunotherapieën worden momenteel onderzocht in klinische onderzoeken voor slokdarmkanker.
  6. Palliatieve zorg: In gevallen waarin de kanker vergevorderd is en niet meer kan worden genezen, kan palliatieve zorg worden aangeboden om de symptomen te verlichten, de kwaliteit van leven te verbeteren en comfort te bieden aan de patiënt. Palliatieve zorg richt zich op het beheer van pijn, misselijkheid, vermoeidheid en andere symptomen.

De keuze van de behandeling hangt af van de specifieke situatie van de patiënt en moet worden besproken met een multidisciplinair team van medische professionals, waaronder chirurgen, oncologen, radiotherapeuten en andere specialisten. Het is belangrijk om alle beschikbare behandelingsopties te overwegen en de voor- en nadelen van elke benadering te begrijpen voordat een beslissing wordt genomen. Vroege diagnose en behandeling zijn cruciaal voor het verbeteren van de prognose bij slokdarmkanker.

Preventie
Hoewel sommige risicofactoren voor slokdarmkanker, zoals genetische aanleg en leeftijd, niet kunnen worden beïnvloed, zijn er nog steeds stappen die u kunt nemen om het risico op slokdarmkanker te verminderen. Hier zijn enkele preventieve maatregelen die u kunt overwegen:

  1. Stoppen met roken: Roken is een belangrijke risicofactor voor slokdarmkanker. Het stoppen met roken kan uw risico op deze kanker aanzienlijk verminderen. Als u hulp nodig heeft bij stoppen met roken, overleg dan met uw arts of meld u aan bij een stoppen-met-rokenprogramma.
  2. Matig alcoholgebruik: Overmatig alcoholgebruik is een andere belangrijke risicofactor voor slokdarmkanker. Probeer uw alcoholgebruik te matigen of stop ermee als u al te veel drinkt.
  3. Eet een gezond dieet: Een dieet rijk aan groenten en fruit kan helpen het risico op slokdarmkanker te verminderen. Vermijd overmatig gebruik van rood vlees en bewerkte voedingsmiddelen. Het eten van veel vezelrijk voedsel kan ook gunstig zijn.
  4. Beperk hete dranken en voedsel: Te warme dranken en voedsel kunnen het slijmvlies van de slokdarm beschadigen. Probeer voedsel en dranken te consumeren die op een comfortabele temperatuur zijn om irritatie te voorkomen.
  5. Beheers uw gewicht: Overgewicht en obesitas kunnen het risico op slokdarmkanker verhogen. Probeer een gezond gewicht te behouden door een uitgebalanceerd dieet en regelmatige lichaamsbeweging.
  6. Behandel gastro-oesofageale refluxziekte (GERD): GERD kan chronische irritatie van de slokdarm veroorzaken en het risico op slokdarmkanker verhogen. Als u last heeft van symptomen van GERD, zoals brandend maagzuur, raadpleeg dan uw arts en volg de aanbevolen behandeling.
  7. Bescherm tegen infecties: Sommige infecties, zoals infecties met het humaan papillomavirus (HPV), kunnen slokdarmkanker in verband worden gebracht. Het vermijden van risicovol seksueel gedrag en het overwegen van het HPV-vaccin kunnen helpen het risico te verminderen.
  8. Regelmatige medische controles: Regelmatige medische controles kunnen helpen bij het opsporen van slokdarmkanker in een vroeg stadium, wat de kans op succesvolle behandeling vergroot. Als u symptomen ervaart, zoals slikproblemen of onverklaarbaar gewichtsverlies, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.

Het nemen van deze preventieve maatregelen kan uw risico op slokdarmkanker verminderen, maar het is belangrijk op te merken dat geen enkele maatregel 100% garantie biedt tegen het ontwikkelen van kanker. Het combineren van een gezonde levensstijl met regelmatige medische controles is een verstandige aanpak om uw gezondheid te beschermen.

Prognose
De prognose (het verwachte verloop) van slokdarmkanker varieert sterk en wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder het stadium van de kanker op het moment van de diagnose, de locatie van de tumor, de behandelingsrespons en de algehele gezondheidstoestand van de patiënt. Slokdarmkanker is vaak een agressieve vorm van kanker en wordt vaak laat ontdekt, wat de prognose kan bemoeilijken. Hier zijn enkele algemene overwegingen:

  1. Stadium van de kanker: De prognose hangt sterk af van het stadium waarin de kanker wordt gediagnosticeerd. In vroege stadia, wanneer de kanker beperkt is tot de slokdarm zonder uitzaaiingen, kan een curatieve behandeling zoals chirurgie succesvol zijn, en de prognose kan relatief gunstig zijn.
  2. Locatie van de tumor: De locatie van de tumor in de slokdarm kan ook van invloed zijn op de prognose. Slokdarmkanker kan zich in verschillende delen van de slokdarm ontwikkelen, en sommige locaties zijn moeilijker te behandelen dan andere.
  3. Behandelingsrespons: De reactie van de kanker op behandeling, zoals chirurgie, bestraling en/of chemotherapie, speelt een belangrijke rol bij de prognose. Een goede respons op behandeling kan de overlevingskansen aanzienlijk verbeteren.
  4. Algehele gezondheid van de patiënt: De algehele gezondheidstoestand van de patiënt en eventuele bijkomende medische aandoeningen kunnen de prognose beïnvloeden. Een goede algehele gezondheid kan het vermogen van het lichaam om de kanker en de behandeling te bestrijden verbeteren.
  5. Leeftijd: De leeftijd van de patiënt kan ook van invloed zijn op de prognose. Over het algemeen hebben jongere patiënten vaak een betere prognose dan oudere patiënten.

Het is belangrijk om op te merken dat statistische prognoses algemene richtlijnen zijn en dat individuele resultaten kunnen variëren. De prognose kan ook worden verbeterd door het volgen van de aanbevelingen van medische professionals, het ontvangen van zorg op maat en het deelnemen aan klinische onderzoeken voor nieuwe behandelingen.

Vroege detectie van slokdarmkanker is cruciaal voor een gunstiger resultaat. Mensen die risico lopen op slokdarmkanker, zoals degenen met gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) of een familiegeschiedenis van de ziekte, moeten regelmatig medisch advies inwinnen en symptomen zoals slikproblemen, gewichtsverlies en brandend maagzuur serieus nemen, omdat ze mogelijk tekenen kunnen zijn van slokdarmkanker. De behandelingsopties en prognose worden het beste besproken met een oncologisch team dat gespecialiseerd is in de behandeling van kanker.

Koos Dirkse