In 2013 besloot de regering Rutte II tot grootschalige sluiting van de verzorgingshuizen, in een poging de almaar groeiende kosten van de ouderenzorg een halt toe te roepen. Tot 2020 zouden circa 800 huizen worden gesloten en dit zou een besparing opleveren van 70 miljoen euro per jaar, ongeveer 0,1 % van de jaarlijkse zorgkosten. Deze nieuwe wet langdurige zorg werd in 2015 ingevoerd, staatssecretaris Martin van Rijn (PvdA) voerde dit uit.
Woonzorgcentra (WZC)
WZC, ook wel verzorgingstehuizen of bejaarden(te)huizen genoemd, waren instellingen die huisvesting en zorg boden aan ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen of extra ondersteuning nodig hebben in hun dagelijks leven. Deze instellingen waren ontworpen om een veilige en ondersteunende omgeving te bieden aan senioren, met aandacht voor hun gezondheidsbehoeften en sociale welzijn.
Enkele kenmerken en aspecten van woonzorgcentra waren:
- Huisvesting: WZC’s boden accommodaties, variërend van zelfstandige appartementen tot kamers met verschillende mate van privévoorzieningen. Het hing af van het type faciliteit en de behoeften van de bewoners.
- Woonomgeving: WZC’s waren ontworpen om een huiselijke omgeving te creëren waar bewoners comfortabel konden wonen. Ze hadden gemeenschappelijke ruimtes en recreatieve voorzieningen.
- Zorg en Verpleging: Afhankelijk van de gezondheidstoestand van de bewoners, boden WZC’s verschillende niveaus van zorg en verpleging. Sommige bewoners hadden alleen hulp nodig bij dagelijkse activiteiten, terwijl anderen intensievere medische zorg nodig hadden.
- Activiteiten en Sociale Programma’s: WCZ’s streefden vaak naar het bevorderen van de sociale interactie en het welzijn van hun bewoners. Om de sociale interactie en het welzijn van de bewoners te bevorderen, werden er vaak verschillende activiteiten en recreatieve programma’s aangeboden. Dit varieerde van uitstapjes, sociale programma’s, gezamenlijke maaltijden tot hobbygroepen en entertainment om de bewoners betrokken en actief te houden.
- Maaltijdvoorzieningen: Veel WZC’s boden maaltijdservices aan hun bewoners, of het nu ging om gemeenschappelijke eetruimtes, maaltijdbezorging aan individuele eenheden, of een combinatie van beide.
- Medische Diensten: WZC’s hadden medische diensten ter plaatse of werkten samen met externe zorgverleners om te voorzien in de medische behoeften van de bewoners. Medische professionals, zoals verpleegkundigen en artsen, waren beschikbaar om de gezondheid van de bewoners te monitoren en medische zorg te verlenen.
- Zelfstandigheid: WZC’s streefden ernaar om de zelfstandigheid van de bewoners te behouden. Dit betekende dat bewoners nog steeds bepaalde dagelijkse activiteiten zelfstandig konden uitvoeren, terwijl ze, waar nodig, ondersteuning ontvingen.
- Veranderingen in benadering: In de afgelopen jaren ontstond er een verschuiving naar meer persoonsgerichte zorg, waarbij rekening werd gehouden met de individuele behoeften en voorkeuren van de bewoners.
- Familiebetrokkenheid: Het betrekken van familieleden bij de zorg en het welzijn van de bewoners was ook een belangrijk aspect van WZC’s. Familieleden werden vaak uitgenodigd om deel te nemen aan activiteiten en konden communiceren met het personeel.
Sluiting
Om de oplopende kosten van de ouderenzorg een halt toe te roepen heeft de Nederlandse overheid in 2013 besloten om de WZC’s te sluiten. Dit was verweven in de WLZ (Wet Langdurige Zorg) en de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Veel zorg verschoof daarmee naar intensieve thuiszorg, verricht via mantelzorg.Op 12 juni 2014 vond er een debat plaats tussen verschillende partijen en initiatiefnemer staatssecretaris Van Rijn. Enkele partijen verzette zich hevig tegen sluiting. Opmerkingen hierbij waren onder meer: om 0,1% op de zorg te bezuinigen ga je geen oudere mensen verplaatsen en deze in de ellende storten! Toch is de wet er doorheen gekomen. Met uitzondering van de PVV, de Partij voor de Dieren en de SP, stemden alle partijen in de Tweede Kamer voor sluiting van de WLC’s en moesten de bewoners hun veilige omgeving verlaten!
Vanaf 2022 kunnen mensen, die langdurig en dagelijks medische zorg nodig hebben, terecht in verpleeghuizen, ongeacht de leeftijd. Er zijn particuliere initiatieven, waarbij mensen ervoor kiezen om min of meer georganiseerd samen te wonen. Indien men zorg nodig heeft, ontvangt men deze op individuele contract basis van vaak verschillende zorgorganisaties, geïndiceerd door de gemeente en via de WMO of heel enkel de WLZ.
Met de sluiting waren de ouderen aangewezen op thuiszorg. Mantelzorg door naasten was volgens de regering dé oplossing, dit kostte namelijk niets. Dat ouderen vereenzamen en in angst leven als er buiten de (zorg)bezoeken iets zou gebeuren was blijkbaar niet relevant.
Nieuwe vorm
Nu gaan er weer stemmen op in de Tweede Kamer om de WLC’s weer te heropenen. Men kwam erachter, dat langer thuis wonen niet altijd een oplossing is. Ouderen vereenzamen, voelen zich onveilig en de kosten vallen hoger uit! Ouderen onder elkaar, die een gezellige oude dag beleven, gezamenlijk iets ondernemen, onderling gesprekken voeren over het verleden, gezellige evenementen hebben, goede zorg hebben en waar ook nog op hen wordt gelet. En dat alles onder één dak. Een centrum waar ouderen, die al jaren tezamen zijn, niet gescheiden worden, ook als er één meer zorg nodig heeft dan de ander. En van het eventuele huisdier behoeft geen afscheid te worden genomen, die mag mee. Dit alles zou betekenen, dat er voor een onbezorgde laatste levensfase wordt gezorgd voor mensen die Nederland hebben opgebouwd.
Artikel De Telegraaf (1 november 2023): Treuzel niet langer met bouw bejaardenhuizen
“Aangewezen zijn op de alarmknop voor noodhulp en de kat voor gezelschap. Koos Dirkse: Mantelzorg door naasten was volgens de regering dé oplossing – dit kostte namelijk niets!”
Tot slot
Een opzet over de nieuw te vormen woonzorgcentra heb ik verwoord in een organisatieplan, waarin alle aspecten zijn opgenomen. Dit plan is te vinden op www.cooshuys.nl. De opzet gebeurt pro deo en de uitvoering zal geschieden zonder een zwaar management. Het vinden van de juiste mensen, die op vrijwillige basis willen bijdragen en vooral financiers is niet eenvoudig. Ook de medewerking van de overheid laat vaak te wensen over.