Al jaren wordt gezocht naar de oorzaak van fibromyalgie, een aandoening waar veel mensen, voornamelijk vrouwen, aan lijden. Ziekte mag het niet genoemd worden, want het is in Nederland niet erkend. Dit heeft veel gevolgen. Ziek zijn of een uitkering aanvragen is niet mogelijk. De getroffen mensen moeten blijven doorwerken, hoe pijnlijk dit ook is.
Toch wordt er veel onderzoek gedaan naar deze aandoening. Kortgeleden las ik een artikel uit 2001 van de afdeling Farmacologie van het Hoofdpijncentrum van de universiteit van Florence. Dit artikel trok mijn aandacht, temeer omdat ik al jaren met de gedachten liep, dat fibromyalgie onderandere een eiwitafwijking zou kunnen zijn. Daarom vestig ik nogmaals de aandacht hierop en ik vraag mij af, of er op dit gebied al meer onderzoek is gedaan, of dat de constatering in dit artikel tot niets leidde.
DOEL
De etiopathogenese van fibromyalgie, een syndroom gekenmerkt door wijdverspreide pijn en hyperalgesie, is nog onbekend. Aangezien de betrokkenheid van Gi-eiwitten bij de modulatie van pijnperceptie algemeen is vastgesteld, was het doel van de onderhavige studie om te bepalen of een gewijzigde functionaliteit van de Gi-eiwitten optrad bij patiënten met fibromyalgie.
METHODEN
Patiënten met fibromyalgie en andere pijnlijke ziekten zoals neuropathische pijn, reumatoïde artritis en artrose, gebruikt als referentiepijnlijke pathologieën, werden in het onderzoek opgenomen. De functionaliteit, beoordeeld als vermogen om door forskoline gestimuleerde adenylylcyclase-activiteit te remmen en het niveau van expressie van Gi-eiwitten werden onderzocht in perifere bloedlymfocyten.
RESULTATEN
Patiënten met fibromyalgie vertoonden een hypofunctionaliteit van het Gi-eiwitsysteem. Daarentegen werd ongewijzigde Gi-eiwitfunctionaliteit waargenomen bij patiënten met neuropathische pijn, reumatoïde artritis en osteoartritis. Bij patiënten met fibromyalgie waren ook de basale cAMP-niveaus hoger dan normaal. De verminderde activiteit van Gi-eiwitten lijkt niet gerelateerd te zijn aan een verlaging van de eiwitgehalten, aangezien slechts een geringe reductie (ongeveer 20-30%) van de Gi3alpha-subeenheid werd waargenomen.
CONCLUSIES
Gi-eiwit-hypofunctionaliteit is de eerste biochemische verandering, die is waargenomen bij fibromyalgie en die mogelijk betrokken is bij de pathogenese van dit syndroom. In de volledige afwezigheid van diagnostiche laboratorium testen, kan de bepaling van een verhoging van cAMP-basale niveaus in lymfocyten, samen met de beoordeling van een hypofunctionaliteit van het Gi-eiwit na adenylylcyclase stimulatie, leiden tot de biochemische identificatie van patiënten met fibromyalgie.
Lees ook: