Menu

De jaarlijkse griepprik

In de laatste twee maanden van het jaar worden patiënten opgeroepen voor de jaarlijkse griepprik. De griepprik, ook bekend als het griepvaccin, is een vaccin dat is ontworpen om bescherming te bieden tegen bepaalde stammen van het griepvirus. Het griepvirus muteert regelmatig, wat betekent dat nieuwe varianten elk jaar kunnen opduiken. De griepprik wordt jaarlijks aangepast om bescherming te bieden tegen de meest actuele en waarschijnlijk circulerende griepstammen.

Ontwikkeling vaccin
Het griepvaccin is ontwikkeld door meerdere onderzoekers over de jaren heen en het is niet toe te schrijven aan één specifieke persoon. De ontwikkeling van griepvaccins begon in de vroege 20e eeuw en wetenschappers hebben samengewerkt om verschillende vaccins te creëren, die bescherming bieden tegen specifieke stammen van het influenzavirus.
Een belangrijke mijlpaal was de ontwikkeling van het eerste geïnactiveerde griepvaccin door Jonas Salk en Thomas Francis Jr. in 1938. Ze werkten aan het Rockefeller Institute for Medical Research (nu Rockefeller University) in New York. Dit vaccin was gericht op het influenzavirus A.
Sindsdien hebben veel wetenschappers en onderzoeksteams wereldwijd bijgedragen aan de voortdurende verbetering en ontwikkeling van griepvaccins. Elk jaar worden de vaccins aangepast aan de heersende stammen van het influenzavirus, wat helpt om de effectiviteit van de bescherming te vergroten.
Het is belangrijk op te merken dat de ontwikkeling van griepvaccins een voortdurend proces is en er zijn veel bijdragen geweest van wetenschappers over de hele wereld om de verspreiding en impact van influenza te verminderen.

Voor wie bestemd
Het griepvaccin is vooral belangrijk voor kwetsbare groepen, zoals ouderen, jonge kinderen, zwangere vrouwen en mensen met bepaalde medische aandoeningen, omdat zij vatbaarder zijn voor ernstige complicaties als gevolg van een griepinfectie. Het doel van de griepprik is niet alleen het verminderen van de kans op ziekte bij gevaccineerde personen, maar ook het verminderen van de verspreiding van het griepvirus in de gemeenschap. Hier zijn enkele algemene groepen die vaak in aanmerking komen:

  1. Ouderen: Personen van 65 jaar en ouder hebben een hoger risico op ernstige complicaties door griep.
  2. Zwangere vrouwen: Zwangere vrouwen lopen een verhoogd risico op complicaties door griep en kunnen de infectie ook aan hun baby doorgeven.
  3. Kinderen: Kinderen van 6 maanden tot 5 jaar lopen een verhoogd risico op complicaties door griep.
  4. Mensen met chronische gezondheidsproblemen: Mensen met bepaalde medische aandoeningen, zoals astma, diabetes, hartaandoeningen of een verzwakt immuunsysteem, hebben een hoger risico op ernstige complicaties door griep.
  5. Zorgverleners: Mensen die in de gezondheidszorg werken, worden vaak aangemoedigd om de griepprik te krijgen om zichzelf te beschermen en de verspreiding van griep naar kwetsbare patiënten te voorkomen.

De exacte aanbevelingen kunnen variëren, dus het is het beste om advies in te winnen bij gezondheidsprofessionals in jouw regio. Over het algemeen wordt de griepprik jaarlijks toegediend omdat het influenzavirus elk jaar kan veranderen, en het vaccin wordt aangepast aan de meest actuele stammen van het virus.

Toediening
Het griepvaccin moet jaarlijks worden toegediend omdat de samenstelling van het influenza-virus elk jaar kan veranderen en het vaccin wordt aangepast aan de heersende stammen. Het doel is om mensen te beschermen tegen de meest waarschijnlijke en ernstige vormen van griep tijdens elk griepseizoen.

Het immuunsysteem
Het griepvaccin stimuleert het immuunsysteem om antilichamen te produceren tegen de specifieke griepstammen, die in het vaccin zijn opgenomen. Als een gevaccineerd persoon later in contact komt met het griepvirus, kan het immuunsysteem sneller en effectiever reageren, waardoor de kans op ernstige ziekte, complicaties en overdracht van het virus wordt verminderd.
Een beknopte uitleg van hoe het griepvaccin werkt in het immuunsysteem:

  1. Introductie van de verzwakte virusdeeltjes: Het griepvaccin bevat kleine hoeveelheden verzwakte of gedode influenza-virusdeeltjes of delen ervan. Deze virale componenten kunnen niet het volledige griepvirus veroorzaken, maar ze zijn voldoende om een immuunrespons op te wekken.
  2. Activering van het immuunsysteem: Zodra het griepvaccin wordt toegediend, herkent het immuunsysteem de virale componenten als vreemd en begint het een immuunrespons te activeren. Specifiek worden B-cellen en T-cellen geactiveerd.
    • B-cellen: Produceren antilichamen, eiwitten die zich hechten aan de virale deeltjes en deze neutraliseren.
    • T-cellen: Herkennen geïnfecteerde cellen en helpen bij de vernietiging ervan.
  3. Vorming van geheugencellen: Na blootstelling aan het griepvaccin ontwikkelt het immuunsysteem geheugencellen. Deze cellen “onthouden” de virale componenten, zodat het immuunsysteem snel en efficiënt kan reageren als het lichaam later wordt blootgesteld aan het echte influenza-virus.
  4. Bescherming tegen infectie: Als een persoon die is gevaccineerd in contact komt met het werkelijke influenza-virus, herkent het immuunsysteem de virale deeltjes snel en kan het een snelle en gerichte aanval uitvoeren. Hierdoor wordt de kans op ernstige ziekte verminderd, zelfs als de persoon nog steeds geïnfecteerd raakt.

Influenzavirussen
Influenzavirussen behoren tot de familie Orthomyxoviridae en zijn onderverdeeld in verschillende types en subtypes op basis van de combinatie van hun oppervlakte-eiwitten, hemagglutinine (HA) en neuraminidase (NA). Er zijn drie belangrijke typen influenzavirussen: A, B en C. Onder deze typen zijn er verschillende subtypes en lijnen.

  1. Influenzavirus type A (A):
    • Type A-influenzavirussen komen voor bij mensen en verschillende diersoorten, waaronder vogels en varkens.
    • Subtypen worden geclassificeerd op basis van hun combinatie van hemagglutinine (H) en neuraminidase (N). Bijvoorbeeld, H1N1, H3N2, enz.
    • Seizoensgriep en pandemische griepstammen zijn vaak van het type A.
  2. Influenzavirus type B (B):
    • Type B-influenzavirussen komen voornamelijk voor bij mensen.
    • Er zijn twee belangrijke lijnen, Yamagata en Victoria, genoemd naar de plaatsen waar ze voor het eerst werden geïsoleerd.
  3. Influenzavirus type C (C):
    • Type C-influenzavirussen infecteren ook mensen, maar ze veroorzaken over het algemeen mildere symptomen.
    • Ze veroorzaken zelden grote uitbraken.

Influenzavirussen ondergaan voortdurende veranderingen via antigenetische drift (kleine veranderingen in het virus over de tijd) en antigenetische shift (grote veranderingen, meestal geassocieerd met pandemieën).
Het identificeren van specifieke influenzavirussen, zoals H1N1 of H3N2, helpt bij het begrijpen van de eigenschappen van het virus en het ontwikkelen van gerichte vaccins.

Tot slot
Het is belangrijk op te merken dat de griepprik geen volledige garantie biedt dat men geen griep krijgt, maar het kan de ernst van de symptomen verminderen en de kans op complicaties verkleinen. Elk jaar worden griepvaccins aangepast om bescherming te bieden tegen de meest actuele stammen van het virus. Daarom wordt het algemeen aanbevolen, vooral voor mensen die tot risicogroepen behoren, om jaarlijks de griepprik te halen.

Lees ook:

Koos Dirkse