Menu

Alvleesklierkanker – pancreascarcinoom

Alvleesklierkanker, ook wel bekend als pancreascarcinoom, is een ernstige vorm van kanker die ontstaat in de alvleesklier, een orgaan dat zich diep in de buikholte bevindt. De alvleesklier heeft twee belangrijke functies: het produceert spijsverteringsenzymen die helpen bij de vertering van voedsel, en het produceert insuline en andere hormonen die de bloedsuikerspiegel reguleren.

Vormen
Er zijn verschillende vormen van alvleesklierkanker, maar de meest voorkomende is adenocarcinoom, dat zich ontwikkelt in de cellen die deel uitmaken van de afvoergangen van de alvleesklier. Alvleesklierkanker wordt vaak pas laat ontdekt, omdat de symptomen in een vroeg stadium vaak vaag zijn of afwezig. Symptomen kunnen onder andere omvatten:

  • gewichtsverlies
  • buikpijn
  • geelzucht (geelverkleuring van de huid en ogen)
  • vermoeidheid
  • veranderingen in de stoelgang

Symptomen
Alvleesklierkanker staat bekend als een “stille” kanker omdat het vaak geen symptomen veroorzaakt in de vroege stadia van de ziekte. De symptomen worden meestal pas duidelijk wanneer de tumor is gegroeid en zich heeft verspreid. De symptomen van alvleesklierkanker kunnen variëren, maar kunnen de volgende zijn:

  1. Buikpijn: Pijn of ongemak in de bovenbuik of het midden van de rug is een veelvoorkomend symptoom. Deze pijn kan mild zijn en geleidelijk erger worden naarmate de tumor groeit.
  2. Gewichtsverlies: Onverklaarbaar gewichtsverlies treedt vaak op bij alvleesklierkanker. Dit gewichtsverlies kan optreden ondanks een normale eetlust.
  3. Verlies van eetlust: Patiënten met alvleesklierkanker kunnen een verminderde eetlust ervaren en hebben mogelijk geen interesse in voedsel.
  4. Geelzucht: Geelzucht is het geel worden van de huid en het oogwit. Het wordt veroorzaakt door de ophoping van bilirubine, een galpigment, als gevolg van een verstopping van de galwegen door de tumor. Geelzucht gaat vaak gepaard met donkere urine en lichte ontlasting.
  5. Misselijkheid en braken: Sommige patiënten kunnen last hebben van misselijkheid en braken als gevolg van een geblokkeerde galstroom of andere gastro-intestinale problemen.
  6. Vermoeidheid: Onverklaarbare vermoeidheid en zwakte kunnen optreden bij alvleesklierkankerpatiënten.
  7. Veranderingen in de ontlasting: Veranderingen in de kleur en textuur van de ontlasting, zoals lichtgekleurde ontlasting of vettige ontlasting, kunnen voorkomen.
  8. Bloedsuikerproblemen: Alvleesklierkanker kan de productie van insuline beïnvloeden, wat kan leiden tot diabetes of een verergering van reeds bestaande diabetes.
  9. Spijsverteringsproblemen: Patiënten kunnen problemen ervaren met de spijsvertering, zoals gasvorming, een opgeblazen gevoel en indigestie.

Het is belangrijk op te merken dat deze symptomen ook verband kunnen houden met andere aandoeningen en niet noodzakelijkerwijs betekenen dat u alvleesklierkanker heeft. Als u echter aanhoudende symptomen ervaart die zorgwekkend zijn, vooral als u risicofactoren heeft voor alvleesklierkanker, zoals roken of een familiegeschiedenis van de ziekte, raadpleeg dan onmiddellijk een arts voor verder onderzoek en diagnose. Vroege detectie van alvleesklierkanker is cruciaal voor een betere behandelingskans

Diagnose
De diagnose van alvleesklierkanker vereist meestal een combinatie van medische geschiedenis, lichamelijk onderzoek en diagnostische tests. Hier zijn de stappen die vaak worden gevolgd bij de diagnose van alvleesklierkanker:

  1. Medische geschiedenis en lichamelijk onderzoek: De arts zal eerst een gedetailleerde medische geschiedenis verzamelen, inclusief informatie over symptomen, risicofactoren en familiegeschiedenis van kanker. Vervolgens zal een lichamelijk onderzoek worden uitgevoerd om te zoeken naar tekenen van de ziekte, zoals geelzucht, buikpijn of een voelbare massa.
  2. Beeldvormende onderzoeken: Verschillende beeldvormende tests kunnen worden uitgevoerd om de alvleesklier en eventuele tumoren of afwijkingen in het gebied te visualiseren. Deze omvatten meestal:
    • Computertomografie (CT)-scan: Een CT-scan van de buik kan gedetailleerde beelden van de alvleesklier en omliggende structuren opleveren, waardoor tumoren zichtbaar worden.
    • Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI): Een MRI-scan kan worden gebruikt om gedetailleerde beelden van de alvleesklier en aangrenzende organen te verkrijgen.
    • Endoscopische echografie (EUS): Deze procedure combineert endoscopie en echografie om nauwkeurige beelden van de alvleesklier en omliggende weefsels te verkrijgen.
  3. Bloedonderzoeken: Bloedonderzoeken kunnen worden uitgevoerd om markers te identificeren die kunnen wijzen op alvleesklierkanker. Een voorbeeld hiervan is het meten van de niveaus van bepaalde tumormarkers, zoals CA 19-9, in het bloed.
  4. Biopsie: Een weefselmonster van de alvleeskliertumor is meestal nodig om definitief vast te stellen of het om kanker gaat. Dit wordt meestal gedaan door een biopsie, die op verschillende manieren kan worden uitgevoerd:
    • Fijne-naaldaspiratie (FNA): Een dunne naald wordt ingebracht via de huid en de buikwand om een weefselmonster uit de tumor te nemen.
    • Endoscopische retrograde cholangiopancreatografie (ERCP): Tijdens een ERCP kan een weefselmonster worden genomen met behulp van een endoscoop die via de mond en de slokdarm wordt ingebracht om de alvleesklier te bereiken.
    • Chirurgische biopsie: Soms wordt een biopsie uitgevoerd tijdens een operatie om de alvleeskliertumor te verwijderen.
  5. Stadiëring: Als alvleesklierkanker wordt bevestigd, wordt de ziekte gewoonlijk gestadiërd om te bepalen in welk stadium deze zich bevindt. Dit helpt bij het bepalen van de behandeling en het voorspellen van de prognose.

De diagnose van alvleesklierkanker kan complex zijn en vereist vaak de betrokkenheid van meerdere medische professionals, waaronder gastro-enterologen, radiologen, pathologen en oncologen. Het behandelplan zal afhangen van het type alvleesklierkanker, het stadium en de algehele gezondheid van de patiënt. Vroege detectie en behandeling zijn cruciaal voor een betere prognose bij alvleesklierkanker

Behandeling
De behandeling van alvleesklierkanker hangt af van verschillende factoren, waaronder het stadium van de ziekte, het type alvleesklierkanker en de algehele gezondheid van de patiënt. Over het algemeen omvat de behandeling van alvleesklierkanker een combinatie van de volgende opties:

  1. Chirurgie: Chirurgie kan een optie zijn als de tumor zich beperkt tot de alvleesklier en nog niet is uitgezaaid naar andere organen. De meest voorkomende chirurgische procedures omvatten:
    • Whipple-procedure (pancreaticoduodenectomie): Bij deze operatie wordt een deel van de alvleesklier, de twaalfvingerige darm, de galblaas en een deel van de dunne darm verwijderd. Dit is een complexe operatie die alleen kan worden uitgevoerd als de tumor zich in een operabel stadium bevindt.
    • Distale pancreatectomie: Hierbij wordt het staartgedeelte van de alvleesklier, samen met de milt, verwijderd.
    • Totaal pancreatectomie: Bij deze operatie wordt de hele alvleesklier, samen met de twaalfvingerige darm, de galblaas, de milt en soms andere organen, verwijderd.
  2. Chemotherapie: Chemotherapie kan worden gebruikt voorafgaand aan de operatie om de tumor te verkleinen, na de operatie om eventuele resterende kankercellen te behandelen, of als een palliatieve behandeling om symptomen te verlichten bij gevorderde ziekte. Combinaties van chemotherapeutische geneesmiddelen worden vaak gebruikt.
  3. Stralingstherapie: Stralingstherapie maakt gebruik van gerichte straling om kankercellen te doden of hun groei te vertragen. Het wordt soms gecombineerd met chemotherapie, meestal vóór de operatie om de tumor te verkleinen.
  4. Gerichte therapie: Gerichte therapieën zijn medicijnen die specifiek gericht zijn op bepaalde moleculaire doelwitten in kankercellen. Ze kunnen worden gebruikt in combinatie met chemotherapie of als onderdeel van klinische onderzoeken.
  5. Immunotherapie: Immunotherapie stimuleert het immuunsysteem van het lichaam om kankercellen aan te vallen. Hoewel het momenteel niet de standaardbehandeling is voor alvleesklierkanker, worden er klinische onderzoeken uitgevoerd om de effectiviteit ervan te onderzoeken.
  6. Palliatieve zorg: Palliatieve zorg is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van leven van patiënten met gevorderde alvleesklierkanker. Het omvat symptoombeheer, pijnverlichting en emotionele ondersteuning.

De keuze voor de behandelingsopties hangt af van het stadium van de ziekte en de individuele omstandigheden van de patiënt. Alvleesklierkanker is meestal gediagnosticeerd in een vergevorderd stadium, waardoor het moeilijker te behandelen is. Vroege detectie is essentieel voor een betere prognose.

Het behandelingsplan wordt meestal bepaald door een multidisciplinair team van artsen, waaronder oncologen, chirurgen, radiologen en pathologen. Het is belangrijk om open en eerlijk te communiceren met uw zorgteam om de beste behandelingskeuzes te maken.

Risico
Het risico op alvleesklierkanker wordt beïnvloed door verschillende factoren, waarvan sommige kunnen worden beïnvloed en andere niet. Alvleesklierkanker is een complexe aandoening waarvan de exacte oorzaken niet volledig begrepen zijn. Hier zijn enkele belangrijke risicofactoren voor alvleesklierkanker:

  1. Leeftijd: Het risico op alvleesklierkanker neemt toe met de leeftijd. De meeste gevallen worden gediagnosticeerd bij mensen ouder dan 65 jaar.
  2. Roken: Roken is een van de belangrijkste risicofactoren voor alvleesklierkanker. Mensen die roken, hebben een tweemaal zo hoog risico op het ontwikkelen van de ziekte in vergelijking met niet-rokers.
  3. Familiegeschiedenis: Als er alvleesklierkanker in uw familie voorkomt, vooral bij eerstegraads familieleden zoals ouders, broers of zussen, kan uw risico verhoogd zijn. Er kunnen genetische factoren zijn die een rol spelen.
  4. Erfelijke syndromen: Sommige erfelijke aandoeningen, zoals het Lynch-syndroom en het familiaire atypische multiple moleculaire leiomatosissyndroom (FAMMM), verhogen het risico op alvleesklierkanker.
  5. Chronische alvleesklierontsteking (pancreatitis): Mensen met langdurige ontsteking van de alvleesklier, zoals chronische pancreatitis, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van alvleesklierkanker.
  6. Overgewicht en obesitas: Mensen met overgewicht of obesitas lopen een hoger risico op alvleesklierkanker.
  7. Diabetes: Diabetes, vooral als het langdurig en slecht gecontroleerd is, wordt geassocieerd met een verhoogd risico op alvleesklierkanker.
  8. Dieet: Een dieet dat rijk is aan verzadigde vetten, rood vlees en verwerkte vleeswaren kan het risico op alvleesklierkanker verhogen. Het consumeren van een dieet dat rijk is aan groenten, fruit en vezels kan het risico mogelijk verminderen.
  9. Alcoholgebruik: Overmatig alcoholgebruik wordt geassocieerd met een verhoogd risico op alvleesklierkanker.
  10. Blootstelling aan bepaalde chemicaliën: Sommige beroepsmatige blootstellingen aan chemicaliën, zoals bepaalde pesticiden, kunnen het risico op alvleesklierkanker verhogen.
  11. Geslacht en ras: Mannen hebben een iets hoger risico op alvleesklierkanker dan vrouwen. Ook zijn sommige etnische groepen, zoals Afro-Amerikanen, mogelijk iets meer vatbaar voor de ziekte.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de aanwezigheid van een of meer van deze risicofactoren niet noodzakelijkerwijs betekent dat u alvleesklierkanker zult ontwikkelen. Alvleesklierkanker is relatief zeldzaam in vergelijking met andere vormen van kanker. Als u zich echter bewust bent van uw risico en symptomen zoals buikpijn, gewichtsverlies en geelzucht opmerkt, is het raadzaam om onmiddellijk medische hulp in te roepen en uw zorgen te bespreken met een arts. Vroege detectie kan de kans op succesvolle behandeling vergroten.

Lees ook de volgende artikelen hierover:

Koos Dirkse