Menu

Paranoïde Persoonlijkheidsstoornis – PPD

Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis (PPD) hebben een diep en onbegrensd wantrouwen jegens anderen, wat een aanzienlijk effect heeft op hun relaties met familie, vrienden en collega’s. Een paranoïde persoonlijkheidsstoornis is een van de meest voorkomende persoonlijkheidsstoornissen. Experts zijn van mening dat deze aandoening tot 4,4% van de bevolking kan treffen.

Wat is het?
Paranoïde persoonlijkheidsstoornis is een psychische aandoening gekenmerkt door diepgewortelde wantrouwen en achterdocht jegens anderen. Mensen met deze stoornis hebben de neiging om de intenties van anderen constant te interpreteren als kwaadwillend, zelfs als er geen bewijs is om dit te ondersteunen. Ze kunnen zich bedreigd voelen door anderen en hebben moeite met het opbouwen van vertrouwensvolle relaties. Mensen met PPD hebben achterdochtige, meedogenloze en jaloerse persoonlijkheidskenmerken. Sommige artsen zijn ook van mening dat mensen met PPD eigenschappen hebben van buitensporige eigendunk en vijandigheid. PPD kan optreden als een op zichzelf staande aandoening. Mensen met de volgende aandoeningen kunnen echter ook symptomen van PPD vertonen:

  • schizofrenie
  • schizoaffectieve en psychotische toestanden van bipolaire stoornis
  • ziekte van Alzheimer
  • hersenbeschadiging

Experts weten nog weinig over PPD. Een reden hiervoor is dat mensen met PPD vaak terughoudend zijn om zich vrijwillig aan te melden voor klinische onderzoeken.

Symptomen
De symptomen van PPD kunnen variëren, maar kunnen onder meer bestaan uit het geloven dat anderen hen willen schaden, het hebben van moeite met vergeven, het niet kunnen vertrouwen op anderen, het interpreteren van onschuldige opmerkingen als beledigingen of bedreigingen en het hebben van moeite met het ontspannen in de aanwezigheid van anderen. Mensen met PPD wantrouwen anderen. Ze hebben de neiging om andere mensen als een bedreiging te zien en hebben over het algemeen het gevoel dat anderen hen zullen schaden of bedriegen. Iemand met paranoïde persoonlijkheidsstoornis kan bijvoorbeeld bang zijn om naar buiten te gaan vanwege zijn of haar achterdochtige overtuigingen over andere mensen en de wereld om hen heen. In dit geval kan de straatvrees een symptoom zijn van de bredere paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Zij hebben ook vaak een controle dwang. Deze stoornis weerhoudt mensen ervan anderen in vertrouwen te nemen en hechte, betekenisvolle relaties aan te gaan.

Enkele aanvullende tekenen en symptomen van PPD zijn:

  • verhoogde alertheid
  • gevoeligheid voor kritiek
  • dwang om alles van anderen te controleren
  • agressiviteit
  • anderen negeren
  • straatvrees
  • emotionele rigiditeit
  • een overmatige behoefte om alleen te zijn of te werken

Diagnose
Een arts zal een persoon beoordelen om te zien of ze voldoen aan de criteria voor PPD die de DSM-5 *) schetst. De DSM-5 beschrijft PPD als een diep wantrouwen jegens anderen’. Volgens de DSM-5 zullen mensen met dergelijke gevoelens de motieven van anderen als kwaadaardig en hatelijk interpreteren.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg zullen een persoon met PPD alleen diagnosticeren als ze aan ten minste vier van de volgende criteria voldoen:

  1. Vermoeden dat anderen hen uitbuiten, schade berokkenen of bedriegen
  2. Piekeren over loyaliteit en of ze hun familie, vrienden of collega’s wel kunnen vertrouwen
  3. Vermijden om anderen in vertrouwen te nemen vanwege de angst dat mensen informatie tegen hen zullen gebruiken
  4. Het interpreteren van opmerkingen of gebeurtenissen als vernederend of bedreigend zonder rechtvaardiging
  5. Wrok koesteren
  6. Aanvallen op hun karakter en reputatie waarnemen, die voor anderen niet zichtbaar zijn en daarop agressief reageren
  7. Het vermoeden dat een echtgenoot of partner ontrouw is zonder rechtvaardiging

Sommige diagnostische criteria overlappen met die van andere aandoeningen, zoals:

  • bipolaire stoornis
  • schizofrenie
  • een depressieve stoornis met psychotische kenmerken
  • andere psychotische stoornissen

Door deze overlap zal een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg alleen de diagnose PPD stellen als de symptomen niet geheel toe te schrijven zijn aan een van bovenstaande aandoeningen.

Oorzaken
De meeste onderzoeken naar de oorzaken van verschillende psychische stoornissen hebben de neiging om alle persoonlijkheidsstoornissen te groeperen. Om deze reden is het moeilijk om de oorzaken van een bepaalde persoonlijkheidsstoornis, zoals PPD, te identificeren. Echter, in 2017 hebben onderzoeken consequent aangetoond dat kindertrauma een risicofactor is voor PPD. Onderzoekers hebben ook andere factoren geïdentificeerd die PPD-symptomen in de adolescentie en volwassenheid kunnen voorspellen. Deze omvatten:

  • emotionele verwaarlozing
  • fysieke verwaarlozing
  • toezichtsverwaarlozing
  • extreme of ongegronde ouderlijke woede

Verder onderzoek is nodig om de oorzaken en risicofactoren van PPD te onderzoeken.

Behandeling
Behandeling van paranoïde persoonlijkheidsstoornis kan therapie omvatten, zoals cognitieve gedragstherapie, waarbij de persoon leert om hun gedachten en overtuigingen te onderzoeken en te veranderen. Medicatie kan soms worden gebruikt om symptomen zoals angst of depressie te behandelen, die vaak samengaan met deze stoornis. Het is belangrijk om te benadrukken dat het zoeken naar professionele hulp cruciaal is voor het beheren van deze stoornis. Onderzoekers zijn begonnen met het bestuderen van PPD, dus artsen weten weinig over de behandeling van de aandoening. Er zijn geen klinische onderzoeken beschikbaar voor PPD, omdat het momenteel geen hoge prioriteit heeft voor clinici en er een gebrek is aan vrijwillige deelnemers. Artsen kunnen echter soms de volgende behandelingsopties overwegen voor mensen met PPD.

  • Medicijnen
    Sommige artsen hebben voorgesteld om PPD te behandelen met dezelfde medicijnen die beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg gebruiken om borderline persoonlijkheidsstoornis (BPD) te behandelen. Het uitgangspunt hiervoor is dat de twee aandoeningen vergelijkbare diagnostische kenmerken delen, zoals vijandigheid en agressie jegens anderen.
    Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg schrijven de volgende medicijnen voor om agressie te verminderen:

    • antipsychotica: Haloperidol (Haldol), Olanzapine (Zyprexa), Quetiapine (Seroquel) en Risperidon (Risperdal)
    • stemmingsstabilisatoren: Lithium, carbamazepine, valproïnezuur, lamotrigine, en topiramaat
    • antidepressiva: Oude: Tricyclische antidepressiva en MAO-remmers; nieuwe: SSRI‘s, SNRI’s, NASSA’s

    Echter, uit het onderzoek van 2017 beek ook, dat de effecten van deze medicijnen te klein waren om de ontvanger aanzienlijk te helpen.

  • Psychotherapie
    Net als bij medicamenteuze therapie weten artsen niet veel over de effectiviteit van psychotherapie voor PPD. Veel psychiaters zijn echter van mening dat cognitieve gedragstherapie PPD-symptomen kan helpen verlichten, en het gebruik ervan ondersteunen.
    Het algemene doel van therapie is:

    • de persoon aanmoedigen om meer te vertrouwen op anderen
    • voorkomen dat de persoon twijfelt aan de loyaliteit van familie, goede vrienden en collega’s
    • voorkomen dat de persoon goedaardige opmerkingen als bedreigingen ziet
    • voorkomen dat de persoon reageert op vermeende beledigingen met woede en vijandigheid
    • de persoon aanmoedigen om meer vergevingsgezind te zijn naar anderen

Complicaties
PPD is een belangrijke oorzaak van een geestelijke handicap. Het kan de kwaliteit van leven van een persoon verminderen en kan ook het leven van hun familie, vrienden en collega’s beïnvloeden.
PPD kan zich uiten in agressie en geweld jegens anderen. Als gevolg hiervan kunnen mensen met PPD zich sociaal geïsoleerd en depressief voelen.
Het is onduidelijk of het aantal zelfmoorden bij mensen met PPD hoger is. PPD komt echter vaak voor naast andere aandoeningen, die verband houden met een verhoogd risico op zelfmoord.

*) DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Medical Disorders. Het is een classificatiesysteem, waarin internationale afspraken zijn gemaakt over welke criteria van toepassing zijn op een bepaalde psychische stoornis op basis van (nieuwe) wetenschappelijke inzichten. De ‘5’ wil zeggen, versie 5.

Zie ook de volgende artikelen:

Koos Dirkse